De sneue jeugd van Peter Breedveld

Sinds Peter Breedveld te kakken gezet is als antisemiet doet hij zijn best zijn lezers en vermoedelijk ook zichzelf ervan te overtuigen dat hij geen antisemiet is. Dat gaat hem niet goed af. Zijn poging van vandaag heet Paardekadaver en wij gaan hem kloosrieden. Het begint zo:

Toen ik kind was, was het heel normaal om mensen voor ‘brillejood’ uit te schelden.

Dat zegt veel over de jeugd en de opvoeding van Peter Breedveld. Toen wij kind waren, was het niet normaal om mensen uit te schelden, dus ook niet voor brillejood. Misschien waren wij beter opgevoed dan Peter ‘de scheldende kleuter’ Breedveld. Of wij waren later kind, dat kan natuurlijk ook. Immers: reeds op 30 oktober 1937 wist het Limburgs Dagblad te melden dat het woord brillejood uit de tijd geraakt was. Hoe oud zou die Breedveld eigenlijk zijn?

Limburgs Dagblad, 30 oktober 1937: 'Brillejood uit de tijd'

Limburgs Dagblad, 30 oktober 1937: ‘Brillejood uit de tijd’

Als ik ‘jullie’ zei tegen volwassenen, werd me toegebeten dat ‘jullie is Jodenvolk’.

Een slecht opgevoed knaapje, die Peter ‘en het zou alleen maar erger worden’ Breedveld.

Wie afgescheept werd met een karige vergoeding, kreeg een ‘Jodenfooi’ of werd een ‘Jodenstreek’ geleverd en de dader was, ongeacht zijn afkomst of denominatie, een ‘Jood’.

Een en ander zou kunnen bijdragen aan een theorie over de vraag waar het met Peter ‘komt nooit meer goed’ Breedveld voor het eerst gruwelijk mis begon te gaan. Wij kunnen ons echter niet voorstellen dat er, afgezien van Peter’s psychiater misschien, iemand in die vraag geïnteresseerd is.

Op schoolreisje in de bus mochten kinderen in de microfoon, die door de hoofdmeester werd vastgehouden, moppen vertellen.

Niet alleen slecht opgevoed, ook nog een niet al te slimme hoofdmeester gehad.

In die tijd was de dramaserie ‘Holocaust’ op televisie (die ik van mijn ouders niet mocht zien) en die zorgde voor een opleving in Holocaustgrappen.

Waarom zou Peter ‘verzetsheld na de oorlog‘ Breedveld die serie niet hebben mogen zien?

“Hoe herken je een Joodse Volkswagen?”, sprak een jongen in de microfoon.

Aan de uitlaat, waarschijnlijk.

“Aan de uitlaat, die van binnen zit.”

Ziet u wel? Dat komt: wij kennen een hele reeks van dat soort grappen. Niet alleen over joden trouwens, maar in alle soorten en maten. We vinden ze meestal niet leuk en we vertellen ze nooit, maar we kennen ze wel.

Hij kende een hele reeks van dit soort grappen.

Ja, dat zal best. En wat dan nog?

“Nou nou”, bromde de hoofdmeester.

Een begenadigd spreker.

“Kennen jullie ook minder crue grappen?”

Neen, natuurlijk. En Peter ‘nooit gevoel voor humor gehad’ Breedveld was sowieso niet de persoon om dat aan te vragen, want die mocht geen televisie kijken, was een vervelend jongetje en droeg een bril, dus die viel buiten de groep en zat zich zijn hele schooltijd lang voor te bereiden op zijn wraak, die vreselijk zou zijn.

Dit was op een protestants-christelijke school in Apeldoorn.

Wie op een protestants-christelijke school in Apeldoorn gezeten heeft, is voor het leven getekend. Of geldt dat alleen voor Peter ‘uitzonderlijk geval’ Breedveld?

Elke dag begon met een verhaal uit de bijbel.

Weinig verrassend voor een protestants-christelijke school in Apeldoorn.

De Joden waren het volk van God.

De desbetreffende protestants-christelijke school in Apeldoorn hield zich duidelijk aan de richtlijnen voor protestants-christelijke scholen, zoals van een protestants-christelijke school in Apeldoorn te verwachten valt.

Aan de muur in de klas hing een reproductie van een schilderij van Marc Chagall van een rabbi met de torah.

Kunst in de school? Is dat niet heel erg progressief voor een protestants-christelijke school in Apeldoorn?

Maar buiten de schoolmuren werden de Joden geminacht, in elk geval in de taal.

Zou Peter ‘ik denk nooit na voor ik iets zeg’ Breedveld echt denken dat er iemand de door hem genoemde uitdrukkingen daadwerkelijk met joden associeerde? Het zou kunnen. Als slecht opgevoed doch streng gereformeerd knaapje deed hij dat zelf natuurlijk wel.

Want ik heb sterk het idee dat de meeste mensen, die ik over Joden hoorde praten, niet wisten waar ze het over hadden.

Wat ook zou kunnen, is dat die mensen wel wisten waar ze het over hadden, maar Peter ‘altijd in het duister getast’ Breedveld niet.

Dat ze bij ‘brillenjoden’ en ‘Jodenfooien’ gevende ‘Joden’ geen concrete mensen in gedachten hadden, die ze echt hadden ontmoet.

Jeetje: dat ze dus gewoon woorden gebruikten om een begrip aan te duiden, zonder dat ze een uitgebreid onderzoek deden naar de ontstaansgeschiedenis van dat woord en zonder alle connotaties uit het verleden mee te wegen? Wat een rare mensen.

Ik trakteer u op deze nostalgische mijmeringen vanwege een column van Nadia Ezzeroili in de antisemitismespecial van De Groene Amsterdammer.

“Nostalgische mijmeringen”? Hij denkt dus met enige weemoed terug aan de tijd waarin hij volgens eigen zeggen omringd werd door jodenhaters? Een merkwaardige bekentenis voor iemand die nu tegen de klippen op probeert vol te houden dat hij geen antisemiet is. Heimwee naar de tijd dat het nog mocht, kennelijk.

Ze werd als kind thuis vaak ‘thazjiefesjt’ genoemd, schrijft Ezzeroili.

Dan zal ze wel denken dat het zo is.

En later ontdekte ze dat dat een Berberse verbastering is van het Franse ‘juif’.

Het is toch wat.

‘Jood’, dus.

Goed dat hij het even vertaalt.

Alleen is er niks van waar.

Niet? Waarvan niet?

‘Thazjiefesjt’, legt Jamal Bejja uit op zijn Facebook-pagina, is de vrouwelijke vorm van een Berberwoord dat letterlijk ‘paardekadaver’ betekent en gebruikt wordt in de zin van ‘stinkwijf’ of iets dergelijks.

Peter ‘de journalist’ Breedveld in de bocht: iemand zegt iets waar Peter ‘ik ben het nooit met verstandige mensen eens’ Breedveld het niet mee eens is en Peter ‘zoekzoek’ Breedveld weet wel ergens op internet een stukje te vinden dat hem gelijk geeft. En als hij zo’n stukje niet kan vinden, schrijft hij het gewoon zelf, want gelijk zal hij krijgen.

Veel Berbers vallen Bejja bij.

Dat zegt ons nix. Hoeveel Berbers zijn taalgeleerden? En neem nu het Nederlands: nog steeds zijn er mensen die denken dat de uitdrukking luidt: ‘Hij is niet zuiver op de graat‘, waar dankzij ons geen enkele reden meer voor is. Kortom: taalgebruikers over hun eigen taal laten praten is een even onwetenschappelijke als nutteloze bezigheid. Overigens hebben wij gedaan wat Peter ‘dat is mij te journalistiek’ Breedveld zelf had moeten doen: wij hebben geprobeerd het woord te vinden in een Berbers-Frans woordenboek, maar dat is ons niet gelukt.

Zelfs Said el Haji, nooit vies van een potje Berber- en moslimbashen, moet Bejja gelijk geven.

Geen idee wie Said el Haji is. Geen idee wie Bejja is ook, trouwens. Nadia Ezzeroili zegt ons trouwens ook nix. Wat mis je toch heerlijk weinig als je je niet begeeft in kringen van zichzelf belangrijk vindende gemankeerde pseudoïntellectuelen.

Maar dat schiet bij Ezzeroili, die al eens eerder aangaf jeuk te krijgen van feiten, in het verkeerde keelgat.

Wij weten niet of Ezzeroili allergisch is voor feiten, maar wij kunnen ons voorstellen dat ze boos geworden is.

Nadat ze iedereen, die haar tegengesproken heeft, een veeg uit de pan geeft met een viswijverige scheldkannonade in dat met Amerikaans slang uit televisieseries doorspekte, erbarmelijke Nederlands dat haar handelsmerk is, komt ze met de bewijzen voor haar bewering dat ‘thazjiefesjt’ ‘Jood’ betekent en niks anders, namelijk twee citaten uit het ‘bejubelde antropologisch boek’ ‘The Ayt Wayagher of the Moroccan Rif‘ waaruit moet blijken dat voor Berbers Joden ‘evenveel waard zijn als een dode ezel.’

Kijk, citaten, daar hebben we wat aan. Peter ‘schijt aan de feiten’ Breedveld neemt niet de moeite die citaten te citeren, dus veel schieten we er niet mee op, nog afgezien van het feit dat hij nooit zijn best doet om iemand correct te parafraseren, zodat je er altijd van uit moet gaan dat alles wat hij over een ander zegt, gelogen is.

Daaruit volgt voor Ezzeroili onweerlegbaar dat ‘thazjiefesjt’ ‘Jood’ betekent.

En? Mag niet?

Oké dan.

O, mag toch.

Waarom hecht Ezzeroili eraan Thazjiefesjt te vertalen met ‘Jood’ in plaats van paardekadaver?

Wij hebben geen idee.

‘Als je antisemitisme een probleem vindt die om welke reden dan ook groter is geworden, dan adviseer ik je om je energie te steken in het bestrijden van antisemitisme die meer dan ooit alive and kicking is in onze gemeenschap, ipv fanatiek en geforceerd het antisemitisme te ontkennen door middel van opruiing, lasterpraatjes, beledigingen en verdraaiingen’, bijt ze Bejja toe.

Afgezien van het slechte Nederlands: daar zit wel iets in, toch? Maar het is geen antwoord op de door Peter ‘ik lul maar wat’ Breedveld gestelde vraag. En Peter ‘suggestie is de kracht van de demagogie’ Breedveld gaat die vraag niet beantwoorden, kan die vraag niet beantwoorden en wil die vraag ook helemaal niet beantwoorden. Hij wil hem alleen maar stellen, om vervolgens de aandacht af te leiden van datgene waar het echt om gaat, namelijk het antisemitisme in moslimkringen. Sinds zijn Grote Draai kan Peter ‘moslims zijn lief’ Breedveld geen kwaad woord over moslims of de islam horen en bestaan dingen die hem onwelgevallig zijn gewoon niet. Als dus iemand zegt dat antisemitisme diep verankerd zit in de islam, komt Peter ‘gelukkig heb ik een hoop vrije tijd‘ Breedveld in actie.

Ik ben helemaal voor het bestrijden van antisemitisme, maar of je dat nou moet doen door je lezers wijs te maken dat paardekadaver een synoniem is voor ‘Jood’, ik weet het niet.

Peter ‘de antisemiet’ Breedveld is helemaal niet voor het bestrijden van antisemitisme. Peter ‘als moslims het doen, is het geen antisemitisme’ Breedveld is voor het ontkennen van antisemitisme onder moslims. Peter ‘Israël deugt niet, dus de joden deugen niet’ Breedveld probeert zijn eigen antisemitisme graag te verpakken als antizionisme, maar daar trapt niemand in. Zelfs hijzelf niet. Peter ‘leve de moslims’ Breedveld bestrijdt liever mensen die antisemitisme bestrijden, dan dat hij antisemitisme bestrijdt, denken wij.

Kennelijk is het schuldgevoel van De Groene Amsterdammer over de moord op Pim Fortuyn zo groot, dat wie tegen Berbers/Marokkanen/moslims wil schoppen, daar carte blanche krijgt.

Waar komt dat nou ineens vandaan? Heeft De Groene Amsterdammer Pim Fortuyn vermoord?

Je mag de grootste lariekoek beweren, je kunt de redactie werkelijk alles op de mouw spelden.

Als dat waar is, zal de redactie Peter ‘grotere lariekoek dan de mijne is er niet’ Breedveld binnenkort wel vragen een stukje te schrijven.

Als er maar multiculturele ‘problemen worden benoemd’.

Peter ‘de antisemitismebestrijderbestrijder’ Breedveld ziet antisemitisme onder moslims kennelijk niet als een probleem, want hooguit een ‘multicultureel probleem’ en die bestaan volgens hem niet. Of zo.

Alles bij elkaar kunnen wij vaststellen dat Peter ‘ik ben journalist, geen schrijver’ Breedveld er niet in geslaagd is zijn sneue jeugd op overtuigende wijze aan het uitschelden van een columniste te koppelen. Dat verbaast ons nix, want dat zou een hele jodentoer geweest zijn.

4-09-2014 11.38 | Door: De Grote Vrager | Categorie: Godsdienstwaanzin, Israël, Personen, Taal, Webzijden

Er heeft iemand gereageerd op “De sneue jeugd van Peter Breedveld”

  1. Hans Konings says:

    Dit is grappig:

    “Nadat ze iedereen, die haar tegengesproken heeft, een veeg uit de pan geeft met een viswijverige scheldkannonade in dat met Amerikaans slang uit televisieseries doorspekte, erbarmelijke Nederlands dat haar handelsmerk is”

    Het is precies of Peter Scheldmans hier z’n eigen gewauwel beschrijft.


Opinieleiders.nl © 1999 - 2021 Alle rechten voorbehouden
Contact   Valid XHTML 1.0 TransitionalValid CSS!KuijkStrip over de zinloosheid van webloggen, onder andere
WordPress 4.7.21 RSS-feed/RSS-feed reacties