Mirabile dictu
In een flauwekulstukje op een zieltogend extreemrechts blogje kwamen wij de uitdrukking ‘mirabile dictu’ tegen. Natuurlijk weten wij al jaren wat die uitdrukking betekent, maar we hadden nog nooit de moeite genomen hem eens op te zoeken in ons redactienaslagwerk. Vandaag dus wel:
“Mirabile dictu, (lat.), wonderbaar om te zeggen, het klinkt ongelooflijk. Inzonderheid bij Vergilius, Georgica 2, 20; 3, 274; Aeneïs 1, 439; 2, 174; 4, 182; 7, 64; 8, 252. In proza vindt men dictu inopinatum atque mirabile (Cicero, Paradoxa Stoïcorum V, 1); dictu mirabile (Livius 7, 26).“
Het staat onder ‘Mirabile auditu’:
“Mirabile auditu, (lat.), wonderbaar om te hooren; men vertrouwt zijn ooren niet.“
En natuurlijk ontbreekt ook ‘Mirabile visu’ niet:
“Mirabile visu, (lat.), wonderbaar om te zien, men vertrouwt zijn oogen niet; Vergilius, Aeneïs 12, 242; Horatius, Epistolae II, 2, 91; Ovidius, Fasti 3, 31 (visu mirabile).“
(Bron: T. H. de Beer & E. Laurillard, Woordenschat, 1899, ‘s-Gravenhage, Haagsche Boekhandel- en Uitgevers-Maatschappij; Herdruk, 1993, Hoevelaken, Verba, ISBN 90-72540-79-4)
Je hebt er verder nix aan, of het moest zijn dat je kunt concluderen dat die oude Romeinen wat vaker naar de oogarts, de opticiën of de oorarts hadden gemoeten. En misschien ook af en toe naar de logopedist.
13-09-2010 14.03 | Door: De Grote Vrager | Categorie: Kunst, Taal, Wetenschap