Blaffende koeien bijten niet (XXXVII)
Wat voorafging: er ligt een oude vrouw in het ziekenhuis. Haar kleinzoon is middenin de nacht met een krat bier op zijn stuur op de fiets onderweg geweest en wordt wakker in een weiland, alwaar hij onder meer constateert dat zijn rijwiel in de sloot ligt.Hij keek eens naar de koe en vervolgens naar de fiets. "Jij gaat dat ding zeker niet uit de sloot halen, hè? Je mag dan een rund zijn, maar dat is wel slim bekeken. Laat mij maar zelf in het water lazeren. Ik heb er per slot van rekening voor doorgeleerd. Niet voor niets heb ik het tegeltje van zwemdiploma A aan de wand hangen. Daar. Nu weet je het. En nu ga ik die fiets uit de sloot trekken. Allez hop!" De daad bij het woord voegend liep hij naar de sloot en reikte naar het stuur. Eerst kon hij er niet bij, maar toen hij op zijn knieën was gaan liggen, lukte het het hem om met een hand het stuur vast te pakken. Hij trok het stuur naar zich toe, ging op zijn hurken zitten, pakte het stuur nu met twee handen vast en ging rechtop staan zonder het stuur los te laten. Hierdoor kwam de gehele fiets omhoog en kon Jan hem het weiland intrekken.
"Sodeju", zei hij. "Waar is mijn voorwiel? Zou dat nog in de modder zitten?" Hij stapte de sloot in en zakte meteen tot zijn knieën in de modder. Hij stroopte zijn mouwen op, bukte en begon met zijn handen de modderige bodem af te zoeken. "Ik zou het allemaal beter kunnen zien als het water wat helderder was", sprak hij, "maar volgens mij kan de conclusie slechts luiden: voorwiel, geen. Een merkwaardig situatie, en nu ben ik nog nat ook. Maar ja, gedane zaken nemen geen keer en ik heb nog steeds hoofdpijn. Hoe nu op het fietspad aan gene zijde van de sloot te komen? Brug? Geen. Ach, ik ben nou toch al nat. Jij mag het krat hebben, kun je fijn inleveren voor het statiegeld, ik ga naar huis." "Boe", zei de koe. "Ja, partir c'est bourir un peu, vooral als je verkouden bent", zei Jan en hij wandelde met zijn fiets aan de hand door de sloot naar de overkant.
De mistflarden waren inmiddels verdwenen en Jan begon in de richting van de stad te lopen. Een roodwitte wegwijzer van de ANWB liet zien dat hij zich op 3 kilometer buiten de stad bevond. "Waar ben ik in vredesnaam de sloot overgestoken, en zo ja, waarom?" mompelde hij. "Of zou ik met mijn dronken kop over het water gelopen zijn? Zou ik dan ook water in wijn kunnen veranderen? Een nieuwe wijnsoort, de eerlijke echte slootwijn, met de blubber er nog in."
19-02-2006 16.18 | Door: Een Schrijver
Reacties
Het reactieveld bij dit onderwerp is gesloten. Mocht u nog iets aan de discussie toe te voegen hebben, dan kunt u reageren via reacties@opinieleiders.nl of op het Opinieleidersforum.