Blaffende koeien bijten niet (48)
Wat voorafging: een oude vrouw heeft het ziekenhuis per wasmand verlaten. Haar lijfwacht heeft de journalisten afgeschud door in de tram te stappen. De oude vrouw heeft vanuit een ambulance haar kleinzoon gebeld en is even later in vermomming in een bus gestapt. Een journalist krijgt een tip van een tiepmiep."Ha", zei Johan, "alleen als het haar adres is, of de plek waar ze uit de ambulance verdwenen is." "Nou", zei de tiepmiep, "zowel het een als het ander, en je krijgt het alleen als ik vanaf nu als journaliste met je mee mag." "Vergeet het maar", zei Johan, "journalist zijn is een vak, een gave en een roeping." "Stel je niet aan", zei de tiepmiep, "maar goed, graag of niet."
"Graag dan maar", zei Johan. "Nou, hier is het adres", zei de tiepmiep en overhandigde Johan een briefje, "je ziet, lekker afgelegen op de Veluwe. Een boerderij in zwaar christelijk gebied. Er heeft iemand gebeld die gezien heeft hoe mevrouw Lefhebber vanuit een ambulance een apotheek binnenging. Die apotheek ligt vlakbij het station, en ze kan dus makkelijk gewoon de trein naar huis genomen hebben." "Hoe kom je aan dat adres?" "Ik heb gewoon in het telefoonboek gekeken, op CD-ROM" "Wat stom dat ik daar niet aan gedacht heb." "Ja," zei de tiepmiep, "maar daarom ben jij de journalist en ik maar de tiepmiep." "Pas op", zei Johan, "of je blijft maar de tiepmiep. We gaan mevrouw Lefhebber eens een verrassingsbezoek brengen."
Oma Lefhebber zat in een leunstoel en keek uit het raam, terwijl Gerald net de kamer in kwam met een dienblad, waarop zich twee kopjes thee bevonden. Gerald zette het dienblad op tafel en ging tegenover haar zitten. Oma pakte een van de opgezette katten die in de vensterbank stonden, zaten en lagen, en nam hem op schoot. "Gerald", zei ze, "hoeveel zijn het er nu?" "Veertig", zei Gerald en nam een slokje thee, "ik heb in de loop der jaren precies veertig van die beesten opgezet." "Wel veel hè", zei Oma. "Ja", zei Gerald, "en ik vind het nogal overdreven ook. Want opgezet of niet, ze blijven dood." "Ik wou dat ze niet dood waren", zei Oma. "Ik hou niet van dood. Dood is saai."
"Misschien wilden ze zelf ook wel dat ze niet dood waren, je weet het niet hè. Er zijn gewoon dingen, daar hebben wij geen weet van, als stervelingen. Wie weet is er een hiernamaals, maar wie weet ook niet. Toch lijkt het mij geen pretje om opgezet te worden als je niet dood bent."
14-04-2006 19.30 | Door: Een Schrijver
Reacties
Het reactieveld bij dit onderwerp is gesloten. Mocht u nog iets aan de discussie toe te voegen hebben, dan kunt u reageren via reacties@opinieleiders.nl of op het Opinieleidersforum.