Lucia de B. - Reconstructie van een gerechtelijke dwaling (recensie)

Lucia de B. Reconstructie van een gerechtelijke dwaling
Ton Derksen is erg overtuigd van zijn gelijk. Ik niet.

Ton Derksen denkt dat Lucia de B. ten onrechte veroordeeld is en hij heeft een boek over die zaak geschreven onder de titel 'Lucia de B.', met als ondertitel 'Reconstructie van een gerechtelijke dwaling' (Uitgeverij Veen Magazines, ISBN 90-8571-048-0). "Een gerechtelijke dwaling." Niet "een mogelijke gerechtelijke dwaling". Geen spoor van twijfel. Het is helaas een slecht boek. Dat zeg ik dan weer zonder te twijfelen.

Volgens het persbericht van de uitgever en de flaptekst laat Ton Derksen "zien dat niet alleen de straf ondeugdelijk is." Ook noemt men het bewijs "flinterdun" en het weerleggen ervan "verbijsterend eenvoudig". Tevens wordt het gerechtshof in Den Haag ervan beschuldigd zich te hebben laten leiden door "negatieve beeldvorming, ondeugdelijk gebruik van statistiek, onjuist geïnterpreteerde medische gegevens en een kwaadwillende lezing van het dagboek van Lucia de B." Verder zegt men in het persbericht, maar niet op de achterflap:

"Lucia de B. moest en zou schuldig worden verklaard. Om dat doel te bereiken werd bewijs geconstrueerd, onwelgevallige feiten werden domweg genegeerd, net als ontlastende verklaringen van deskundigen."
Een spraakmakend boek over de blunders van een gerechtshof!, aldus de achterflap.

Het grootste probleem met dit boek is, dat de auteur niet zo gek veel bewijst. In een drammerige stijl, waarin hij er steeds maar weer op hamert dat Lucia de B. onschuldig is, zegt hij eerst dat Lucia de B. ten onrechte veroordeeld is, dan dat hij gaat bewijzen dat Lucia de B. ten onrechte veroordeeld is, vervolgens dat hij aan het bewijzen is dat Lucia de B. ten onrechte veroordeeld is, om af te sluiten met de mededeling dat hij bewezen heeft dat Lucia de B. ten onrechte veroordeeld is. Of hij het ook werkelijk bewijst valt uit zijn gelijkhebberige gedram niet op te maken.

Met alle gepruts waaraan het Openbaar Ministerie, individuele officieren van justitie, rechters, kamerleden en ministers zich de afgelopen jaren schuldig hebben gemaakt, zou het mij niets verbazen als er in deze zaak inderdaad blunders gemaakt zijn. Het zou mij zelfs niet verbazen als Lucia de B. inderdaad ten onrechte veroordeeld is. Door de nare, irritante en insinuerende stijl van de heer Derksen kreeg ik echter herhaaldelijk de neiging het voor eerder genoemde klunzen op te nemen.

Hij zegt "geen juridische pretenties" te hebben, wat mij gezien de ondertitel van het boek vreemd voorkomt, maar, zegt hij: "Onze claim is dus niet dat er juridisch iets niet door de beugel kan. Onze claim is wel dat er qua waarheidsvinding veel aan schort." In het boek blijkt echter steeds weer dat "de claim" is, dat Lucia de B. ten onrechte veroordeeld is.

Volgens Ton Derksen wilde men de waarheid trouwens helemaal niet vinden en hij zegt:

"Na dit arrest zijn wij geneigd te spreken van een strijd tussen feiten enerzijds en manipulaties anderzijds.

[...]

Voor ons heeft de noodzaak geprevaleerd om de bedenkelijke argumentatie en onderbouwing aan de kaak te stellen, die de aanklagende Haagse ziekenhuizen, het openbaar ministerie, de Haagse rechtbank, het Haagse gerechtshof en de Hoge Raad in dezelfde plaats hebben gebruikt om tot een veroordeling van Lucia de B. te komen."
Het suggestieve gebruik van het woord "bedenkelijke" is al insinuerend genoeg en met "aan de kaak te stellen" doet de heer Derksen er nog een schepje bovenop. Is het in het kader van de "waarheidsvinding" echt nodig om mensen aan de schandpaal te nagelen?

Als je ervan uitgaat dat iedereen te kwader trouw is, wordt het anders, maar in dat geval doe je er goed aan die kwade trouw aannemelijk te maken. De heer Derksen doet dat niet. In zijn boek laat hij vooral zien dat de volgens hem onjuiste interpretatie van het "flinterdunne" bewijsmateriaal in eerste instantie vaak best redelijk te verdedigen viel en pas als je beter weet, oftewel gelooft dat Ton Derksen gelijk heeft, onhoudbaar wordt. Zelfs als hij gelijk heeft en het bewijs niet deugt, hoef je bij al die mensen en instanties die door de heer Derksen van kwade wil en vooringenomenheid beticht worden alleen maar een helaas tamelijk normale mate van incompetentie te veronderstellen, en meer niet. Voor iemand die geen juridische pretenties heeft, gaat de auteur trouwens akelig vaak op de stoel van de rechter zitten. Uit de wens tot het aan de kaak stellen blijkt echter ook dat hij graag de beul zou zijn.

Bij dit alles lijkt het erop dat Ton Derksen denkt dat de lezer de hele zaak Lucia de B. van begin tot eind gevolgd heeft, wat het er niet makkelijker op maakt. Het was wel aardig geweest als hij begonnen was met een samenvatting van wat er nou eigenlijk allemaal gebeurd is, alvorens over te gaan tot het uitleggen van de oorzaak of zelfs reden van een veronderstelde gerechtelijke dwaling.

Tijdens de processen waren er mensen, bijvoorbeeld getuigen en deskundigen, die dachten dat Lucia de B. schuldig was en er waren er ook die dachten dat zij onschuldig was. De rechters hebben er uiteindelijk voor gekozen de zaak overtuigend bewezen te achten en als dat onjuist was, zijn ze te goedgelovig of anderszins incompetent. De heer Derksen maakt ze echter lid van een samenzwering. Een complot, bestaande uit ziekenhuizen, politie, Openbaar Ministerie en rechters. Die arme Lucia de B., van zoiets kon ze natuurlijk nooit winnen.

De heer Derksen wil in zijn boek de vraag stellen:

"hoe raakte het hof er zo rotsvast van overtuigd dat Lucia schuldig was - en het hof niet alleen. Wij hebben ervaren dat vele weldenkende mensen overtuigd waren van Lucia's schuld, zelfs wanneer ze de zwakte van het bewijsmateriaal en het sturen van het hof onderkenden. [...] Rechtschapen mensen met een scherp oog voor het sturen door het hof en het flinterdunne bewijs, die toch overtuigd zijn dat Lucia misdaden heeft gepleegd. Hoe kan dat?"
Die vraag kun je mutatis mutandis ook over de heer Derksen stellen. Waar komt zijn rotsvaste overtuiging vandaan?

Hij probeert te laten zien dat de hele seriemoordzaak stond of viel met de zaak van baby Amber, waardoor Lucia de B. in eerste instantie verdacht raakte, en de zaak van Ahmad. Als Lucia de B. in die zaken onschuldig was, zou het niet waarschijnlijk zijn dat ze het in de andere zaken wel gedaan had, was de redenering van het Openbaar Ministerie (volgens Ton Derksen) en dus hoefde Ton Derksen alleen maar te laten zien dat die beide zaken niet overtuigend bewezen zijn.

Op gezag van Derksen moeten wij aannemen dat de belangrijkste factor bij de veroordeling is geweest dat men er op voorhand van uit is gegaan dat het geen toeval kon zijn dat er zoveel sterfgevallen waren in de buurt van Lucia de B. of dat Lucia de B. in de buurt was van zoveel sterfgevallen. Hij probeert te laten zien dat het allemaal best toeval zou kunnen zijn en dat geloof ik zo ook wel, maar hij gebruikt daar een heleboel gereken voor en dat moet hij natuurlijk helemaal zelf weten. Vervolgens introduceert hij echter de "a priori waarschijnlijkheid" die volgens hem in de argumentatie had moeten worden betrokken. Daarbij gebruikt hij een aantal door hemzelf bedachte voorbeelden die de door hem zelf bedachte redenering moeten ondersteunen, waarna hij zegt: "Ziet u wel? Ik heb gelijk." Het komt er echter op neer dat hij de stelling poneert dat het wel heel onwaarschijnlijk zou zijn dat een verpleegster in een Nederlands ziekenhuis een seriemoordenares zou zijn. Die stelling probeert hij ons door de strot te douwen, met als achterliggende gedachte vermoedelijk dat Lucia de B. geen seriemoordenares is, omdat ze het niet kan zijn, omdat het zo onwaarschijnlijk is.

Op verschillende plekken in het boek verhaalt de heer Derksen van de door Derksen zelf verzonnen "wijze rechter Xie" die te maken krijgt met een door Derksen zelf verzonnen zaak, waarin de door Derksen zelf verzonnen "wijze rechter Xie" door Derksen zelf verzonnen redeneringen gebruikt om de door Derksen zelf verzonnen besluiten te nemen. Dat zou misschien nog te rechtvaardigen zijn, als het iets zou verduidelijken, maar het enige wat het verduidelijkt is dat Derksen behoefte had aan nog een manier om te roepen dat Derksen gelijk heeft. Daar de heer Derksen geen begenadigd verteller is, had hij dat beter niet in verhaalvorm kunnen doen. In het geval van de "a priori waarschijnlijkheid" blijft ook na het sprookje van de wijze rechter Xie eigenlijk alleen de stelling staan, omdat die nu eenmaal geponeerd is. Bewezen, of zelfs maar geadstrueerd, is hij echter niet.

Een ander argument waar Derksen nogal uitgebreid op ingaat is het "compulsieargument". Na een sterfgeval had Lucia in haar dagboek genoteerd dat zij weer aan haar compulsie had toegegeven, waaruit de aanklager concludeerde dat dat dan een dwang tot doden betrof en dat Lucia dus in haar dagboek zelf als het ware bekend had. Volgens de verdediging ging het om het leggen van Tarotkaarten. Derksen gelooft dat en vertelt dat Lucia er ook de mogelijkheden toe had. Daarmee bewijst hij echter wederom niets.

De stelling van de heer Derksen dat hij zowel in de zaak van baby Amber als in die van baby Ahmad het bewijs van het openbaar ministerie ontkracht heeft, blijkt bij nauwkeurige bestudering ook niet helemaal correct, waardoor de vervolgstelling dat alle overige zaken nu ook niet bewezen zijn aan kracht verliest.

Alles bij elkaar is Ton Derksen's heilige overtuiging van zijn gelijk waarschijnlijk de factor die dit zo'n slecht boek maakt. Zelfs als hij gelijk zou hebben, wat niet bewezen is, gun je het hem niet. In het boek Historians' Fallacies wordt bij de "fallacy of argument ad nauseam", waarbij een stelling wordt ondersteund door herhaling in plaats van bewijs, een stukje geciteerd uit Lewis Carroll's 'The Hunting of the Snark' en dat citaat lijkt mij hier wel op zijn plaats:

"Just the place for a Snark!" the Bellman cried
As he landed his crew with care;
Supporting each man on the top of the tide
By a finger entwined in his hair.

"Just the place for a Snark! I have said it twice:
That alone should encourage the crew.
Just the place for a Snark! I have said it thrice:
What I tell you three times is true."



28-06-2006 22.45 | Door: Arnold Kuijk

Reacties

Het reactieveld bij dit onderwerp is gesloten. Mocht u nog iets aan de discussie toe te voegen hebben, dan kunt u reageren via reacties@opinieleiders.nl of op het Opinieleidersforum.



Opinieleiders.nl © 1999 - 2021 Alle rechten voorbehouden
Contact   Valid XHTML 1.0 TransitionalValid CSS!KuijkStrip over de zinloosheid van webloggen, onder andere