Droomreis naar de sterren
Droomreis naar de sterren (WDC 199, 1957)Dit verhaal is in Nederland afgedrukt in Donald Duck 19 van 1978, en herdrukt in nr. 47 van de serie Donaldalbums, getiteld: Donald Duck als verzekeringsagent", op pagina 13.
Donald, Kwik, Kwek en Kwak staan naar de lucht te kijken en te fantaseren over buitenaards leven. De neefjes stellen zich geschubde monsters voor, maar Donald denkt dat het leven op andere planeten net zo is als bij ons, "Alleen groter, veel groter!". Toevallig komen ze Willie Wortel tegen, die een soort fantasie-realisatie-machine heeft uitgevonden.
Willie: "Als iemand die kap opzet, kan hij echt beleven wat hij denkt".
Donald mag de kap op, en de neefjes kunnen beleven wat hij fantaseert.
Neefjes: "Daar is natuurlijk niets aan! Oom Donald heeft een heel ander voorstellingsvermogen dan wij!"
Donald fantaseert het kwartet naar Jupiter, waar alles veel groter is dan op aarde. Vervolgens gaat het naar de planeet Nepar Tisjok, waar alles minstens 2300 keer zo groot is als op aarde. Op Betelgeuze blijkt alles nog groter te zijn, met als gevolg dat de waterpokkenbacteriën er net zo groot zijn als Kwik, Kwek en Kwak. Als ze op dit punt in Donald's fantasie aangekomen zijn, ziet Willie dat de neefjes het moeilijk hebben en schakelt hij de machine uit.
Willie en de Ducks gaan nog een keer naar de sterren kijken en Willie hoort dat Donald ze geen fantasiefiguren heeft laten zien. Hij vindt dat jammer voor de neefjes, maar die denken er anders over.
Neefjes: "Ach, al die onzin over geschubde griezels. Als een van die miezerige monstertjes ons lastigvalt, sturen we gewoon een van oom Donald's sprinkhanen op hem af!"
Lampje komt in dit verhaal op veertien plaatjes voor. Als de Ducks Willie tegenkomen, zit Lampje op een steen of een hoop zand. Zijn gebaren zouden erop kunnen duiden dat hij naar de lucht of de sterren wijst, maar ook dat hij blij is de Ducks te zien. Dat hangt een beetje af van waar zijn blik heengaat, wat moeilijk te bepalen is bij iemand zonder oogjes. Hierna staat hij met een kijker naar het firmament te kijken en schrikt hij van een vlieg. Hij gaat mee naar binnen om de fantasie-realisatie-machine ("Virtual Reality" avant la lettre) te bekijken, waarbij hij een van de neefjes beklimt en zeer enthousiast lijkt te reageren als de neefjes vragen of ze het apparaat mogen proberen. Lampje gaat niet mee in de machine, maar lijkt op het moment van "vertrek" iets omhoog te gooien. Wat is dit? Wij weten het niet. Als, tegen het eind van het avontuur, de neefjes het moeilijk lijken te hebben, staat Lampje hun terzijde met een waaier. Terwijl de neefjes, Donald en Willie de gebeurtenissen evalueren, is Lampje al weer bezig met het vangen van een vuurvliegje. Soort zoekt soort?
Lampje's rol in dit verhaal is beperkt. Hij merkt de wereld om hem heen wel op, maar de wereld hem niet. Niemand spreekt tegen hem, men heeft niet eens door dat hij er is, al doet hij nog zo zijn best. Voor zijn hulp krijgt hij geen dankjewel, doch dit alles lijkt hem niet te deren, en als hij het vuurvliegje gevangen heeft, maakt hij een blije indruk. Hij vermaakt zich wel in zijn eigen wereld, daar komt het op neer.
24-10-2006 17.39 | Door: Arnold Kuijk
Reacties
Het reactieveld bij dit onderwerp is gesloten. Mocht u nog iets aan de discussie toe te voegen hebben, dan kunt u reageren via reacties@opinieleiders.nl of op het Opinieleidersforum.