Nu allemaal goed opletten: Professor Gill legt het nog één keer uit
"Professor, kunt u in enige welgekozen bewoordingen uitleggen van welke statistische berekeningen het Openbaar Ministerie is uitgegaan en wat daar zo ontzettend fout aan is?"
"Of ze welgekozen zijn, weet ik niet, maar ik doe mijn best.
We moeten het OOK even hebben over waarom die statistische berekening nog steeds relevant is. Het hof schrijft namelijk in "het arrest" (n.a.v. het tweede proces, in hoger beroep) dat een statistische kansberekening geen rol speelt in de veroordeling. Ik vertel je dus waarom we toch over statistiek moeten nadenken, hierna.
Maar eerst je vraag. Ik denk dat je verwijst naar de 1 op de 324 miljoen van Prof.dr. Henk Elffers in de originele rechtszaak, 2002, wat toen wel een ZEER belangrijke rol speelde in de veroordeling. (Overigens, Elffers is hoogleraar in de rechten, niet in de statistiek.)
* Het was de kans dat Lucia zoveel van die incidenten zou meemaken in haar diensten, als de diensten puur door eerlijke loting waren uitgedeeld, maar NIET de kans dat Lucia onschuldig is.
* Het was bovendien fout - het had 1 op 300 duizend, niet miljoen, moeten zijn. (Hier is sprake van een stomme denkfout of presentatiefout bij het combineren van informatie van drie afdelingen). Ik denk dat dit een belangrijk psychologisch verschil had gemaakt.
* Het was nogmaals fout, want de gegevens die het OM aan Elffers gaf waren fout (het OM had niet goed gekeken of er ook "verdachte" gebeurtenissen waren tijdens de diensten van de andere verpleegsters. Ze hebben er zeker een paar over het hoofd gezien. Tegelijkertijd zijn een paar van de "verdachte" gebeurtenissen tijdens Lucia's diensten weer afgevallen (ook volgens de rechter helemaal niet verdacht). De kans dat een verpleegster zoiets overkomt is dan: 1 op de 50.
* Het was irrelevant, want diensten worden niet door pure loting uitgedeeld. Je doet niet op 1 januari alle 3 x 365 8-uur diensten van het komende jaar, op briefjes, in één grote bak, goed schudden, en er dan op goed geluk 100 diensten uittrekken voor Lucia. Een full-time verpleger of verpleegster neemt een van de drie diensten, elke dag, en dan ook meestal dezelfde dienst (bijv. de nachtdienst), een aantal dagen achter mekaar; vervolgens neemt ze een aantal dagen vrij; soms wisselt ze even met een collega, enzovoorts, enzovoorts. Er zijn dus patronen (clusters, trends, schommelingen) in de verdeling van je diensten over de tijd. Maar dat kan ook zeer goed gelden voor het patroon van sterftes en reanimaties op je afdeling (clusters, trends, schommelingen). Resultaat: "opvallende coincidenties" kunnen VEEL makkelijker optreden dan je zou denken. Ik hou hiermee statistisch rekening en dan kom ik uit op 1 op de 9.
* Er waren meer sterftes in de tijd dat Lucia NIET op het JKZ werkte dan in de tijd dat ze er wel werkte. De rechter heeft statistische gegevens en berekeningen, die Lucia vrij zouden hebben gepleit, genegeerd. [Hetzelfde doet hij bij het medisch, psychologisch, en ander bewijs].
* Ik zou nog even kunnen doorgaan maar dit is misschien voorlopig genoeg.
Dan, waarom statistiek nog wel relevant is:
De rechter schrijft in de eerste alinea van het arrest dat er geen statistische kansBEREKENING meespeelt in de veroordeling.
In de volgende 90 blazijden schuift hij 8 moorden in Lucia's schoenen puur en alleen omdat zij bij zoveel van de sterftes en reanimaties op de afdeling "toevallig" dienst had. Men heeft geen enkel ander verband kunnen trekken tussen haar en die sterftes, die ALLEEN "onnatuurlijke" sterftes zijn geworden omdat zij toen dienst had.
Er is dus WEL statistiek gebruikt, en dat is dan het ENIGE "bewijs", voor 8 van de 10 ZOGENAAMDE moorden (cq ZOGENAAMDE moordpogingen)."
"Dank u wel, professor. Dat was duidelijk."
02-02-2007 10.33 | Door: Arnold Kuijk
Reacties
Het reactieveld bij dit onderwerp is gesloten. Mocht u nog iets aan de discussie toe te voegen hebben, dan kunt u reageren via reacties@opinieleiders.nl of op het Opinieleidersforum.