Ajax: het rapport de prullenbak in, ontbinding van het Technisch Platform en terug naar de basis
Johan Cruijff en de problemen van dien
De gehele natie is in rep en roer vanwege de Hoekse en Kabeljauwse twisten bij ‘de belangrijkste voetbalclub van Nederland’ (aldus Paul Witteman in het programma P&W). Maar gelukkig, drs. Kopsterk heeft de situatie grondig geanalyseerd, de opgeheven vinger op de zere plekken gelegd en nuttige aanbevelingen opgesteld. In tijden van voetbalcrisis staat deze roemruchte voetbaloloog immers altijd paraat om op wetenschappelijk verantwoorde wijze te duiden waar de uitwerpselen de ventilator hebben geraakt, en hoe dit te verhelpen.
Probleem 1: het Amsterdamsyndroom
Volgens de voorlopige bevindingen van drs. Kopsterk is een van de hoofdoorzaken van de onverkwikkelijke gebeurtenissen in en rond de Amsterdam ArenA het feit dat velen nog altijd menen dat Ajax de belangrijkste voetbalclub van Nederland is. Niet in de laatste plaats zijn dat ook vele direct betrokkenen bij deze beursgenoteerde onderneming die, behalve een ondernemingsstructuur, ook een merkwaardige en nodeloos ingewikkelde verenigingsstructuur blijkt te bezitten.
Klopt deze ‘belangrijksteclubvanNederland-these’? Laten we eens met een empirische blik naar de eredivisiekampioenschappen van de laatste 25 jaar kijken. Uit cijfers van de KNVB blijkt dat in de periode 1985-2010 Ajax zeven maal kampioen van de Nederlandse eredivisie werd. PSV Eindhoven werd in dezelfde periode veertien maal kampioen, maar liefst twee keer zo veel derhalve. In de genoemde periode won zowel Ajax als PSV éénmaal de Europacup voor landskampioenen, dus daar weet de Amsterdamse club de achterstand niet goed te maken. Conclusie: PSV is de belangrijkste club van Nederland.
Aanbeveling:
Het idee dat Ajax de belangrijkste club van Nederland is, wordt in de wetenschappelijke literatuur het ‘Amsterdamsyndroom’ genoemd en dient krachtig bestreden te worden door het nog te formeren nieuwe bestuur van de verenigings-NV. Als het gehele bedrijf c.q. de gehele vereniging ervan doordrongen raakt dat PSV de belangrijkste club van Nederland is, kan men in alle geledingen van de organisatie eindelijk weer met beide benen op de grond, of beter gezegd, op het veld staan. Danwel in de modder, met de poten zogezegd. Dit is een eerste voorwaarde om uit de huidige impasse te geraken. Wellicht is het zelfs aan te bevelen het eerste elftal van de voetbalvereniging Ajax met opzet te laten degraderen naar, uiteindelijk, de Topklasse, zodat de club weer een kansje maakt op het zo fel begeerde eerste kampioenschap sinds het seizoen 2003-2004.
Probleem 2: het Danny-effect
Dit najaar meende het verenigingsbestuur van Ajax, met instemming van de directie en de Raad van Commissarissen, er goed aan te doen een Technisch Platform (niet te verwarren met een klankbordgroep) onder voorzitterschap van de heer Johan Cruijff (beter bekend als De Verloskundige) in te stellen, dat aanbevelingen zou opstellen die uiteindelijk tot beter spel en betere resultaten van het eerste team zouden moeten leiden. Genoemd platform wil nu een shocktherapie op de club loslaten waarbij diverse werknemers het veld zouden moeten ruimen, zo niet letterlijk, dan toch figuurlijk. Met name de heer Blind, thans assistent-trainer, zou naar een andere betrekking kunnen uitzien. Dit gegeven is eveneens een van de hoofdoorzaken van de gerezen problemen.
De doctorandus is op grond van gedegen empirisch en historisch onderzoek namelijk tot de conclusie gekomen dat hier sprake is van een noodlottig ‘Danny-effect’. De heer Blind heeft als voornaam ‘Danny’, toevallig exact dezelfde voornaam als de vrouw van de heer Cruijff. Aangezien de heer Cruijff stevig onder de plak zit bij zijn vrouw Danny (dankzij haar mocht hij bijvoorbeeld niet mee naar het WK van 1978 in Argentinië, en dankzij haar histerische reactie op een onschuldig zwempartijtje verloor het Nederlands elftal de WK-finale van 1974), kan hij de gedachte niet verdragen tijdens zijn verloskundige werk bij Ajax voortdurend met een tweede Danny geconfronteerd te worden. Ziedaar het ‘Danny-effect’, ook wel de ‘Dubbele Danny’, dat mede tot de curieuze taferelen in en rond de ArenA heeft geleid.
Aanbeveling 2:
Dhr. Danny Blind dient een officiële naamsverandering te ondergaan. Hij moet vanaf nu ‘Karel’ genoemd worden, opdat zijn oude voornaam niet meer als een rode lap op een stier zal werken bij dhr. Cruijff. Ook een regionale naam die past bij de Zeeuwse achtergrond van dhr. Blind is mogelijk, bijvoorbeeld het oer-Tholense ‘Steke’.
Probleem 3: het platformrapport
De doctorandus zou de doctorandus niet zijn als hij niet ook beslag had weten te leggen op een exemplaar van het Rapport Technisch Platform van de groep-Cruijff, dat hij uiteraard aan nadere bestudering heeft onderworpen. Conclusie is dat dit rapport de gerezen problemen niet oplost, doch verergert.
Uit eerste analyse van het rapport blijkt dat een van de grootste mysteries uit het Nederlandse voetbal intact blijft: is het Johan Cruijff of Johan Cruyff? Op de tweede pagina is de naam gespeld als ‘Cruijff’, evenals bij het citaat op de derde pagina, maar onderaan de eerste en volgende pagina’s lezen wij: ‘Cruyff inc.’. Tevens is er verderop in het rapport sprake van de ‘Cruyff Filosofie’, terwijl aan het einde weer gesproken wordt van ‘Johan Cruijf, voorzitterr’. Het raadsel blijft derhalve bestaan, en er is zelfs een nieuw mysterie bijgekomen: is een voorzitterr hetzelfde als een voorzitter, of heeft de extra ‘r’ een verborgen betekenis die ons, gewone stervelingen, vooralsnog ontgaat?
Voorts lezen wij onder het kopje ‘De context’ het volgende: “De Ajax opleiding is wereldberoemd en succesvol (…). Maar……….Ajax 7 jaar geen kampioen. Nog nooit zo lang in historie niet in Europese finale gestaan.” Of eerstgenoemde stelling correct is, weten wij niet. Daarvoor zouden interviews op locatie afgenomen moeten worden in verafgelegen streken elders op de wereld, waarbij toevallige passanten de volgende vraag voorgelegd zouden moeten krijgen: “Kent U de Ajax-opleiding?”
De laatstgenoemde stelling klopt daarentegen volledig. Sinds de Champions-Leaguefinale van 1996 (verlies tegen Juventus) heeft Ajax inmiddels 15 jaar niet in een Europese finale gestaan. Zo uitzonderlijk is dat overigens niet, want tussen 1955 en 1969 én tussen 1973 en 1987 heeft de club twee maal 14 jaar evenmin in een Europese finale gestaan. Geen reden tot paniek derhalve, dunkt de doctorandus.
Hierna volgen in het rapport van het platform twee ingewikkelde semi-diagrammen van de huidige en gewenste organisatiestructuur van de jeugdopleiding van Ajax. Bij het eerste diagram is schalks een aantal speelkaarten afgebeeld met daarop de hartenkoning, als om aan te geven dat Ajax een federaal staatsverband zou zijn bestaande uit vele individuele koninkrijkjes, ongetwijfeld met vele vazallen, terwijl er natuurlijk maar één kan heersen: de heer Cruijff/Cruyff.
Op de daaropvolgende pagina’s wordt het rapport steeds onbegrijpelijker. Zo is er sprake van een ‘Spookteam’ Individuele training ; zou dit betekenen dat de jeugdspelertjes met behulp van een medium aan hun tactisch-technische vaardigheden werken, in contact met overleden oud-spelers en –trainers aan gene zijde?
Cryptisch is ook de daaropvolgende passage waarin gesteld wordt: ‘De Jeugdopleiding is nog geen lerende productieve organisatie’. Een lerende productieve organisatie? Wat dienen wij hieronder te verstaan? Het roept reminiscenties op met vroegere jeugdeenheden in de Sovjet-Unie waarvan de leden buiten schooltijd de aardappelen uit het veld moesten trekken teneinde de aan de kolchoz of sovchoz opgelegde productiedoelen in het kader van het vigerende vijfjarenplan te kunnen voldoen.
Deze in het Rapport Technisch Platform gebezigde term lijkt de doctorandus een jammerlijk bedenksel van zo’n doorgaans volstrekt overbodig organisatieadviesbureau, oftewel zo’n organisatie vol onvervalste uitvreters die de hele dag niets anders doen dan het werkplezier van échte vakmensen vergallen. Het is de vraag of de heer Cruijff/Cruyff zèlf begrijpt wat een ‘lerende productieve organisatie’ inhoudt, daar waar het in feite gewoon gaat om een voetbalclub met jeugdspelertjes, trainingsvelden, hoekvlaggen, ballen, consumptiebonnen en wat dies meer zij.
En zo gaat het nog even door in het rapport. Het vakkundig opleiden van jeugdspelers wordt ‘besturing primaire proces’ genoemd, de huidige structuur van de opleiding wordt vergeleken met een hark, er is sprake van ‘kwaliteit van input en van output’, van ‘individuele deelprocessen’, van ‘organiseren op ontwikkelproces’, van ‘innovatie van de organisatie’ en van de ‘creatie van een leeromgeving’ (suggereert de heer Cruijff/Cruyff hier de herinvoering van de ouderwetse lederen bal, of dienen spelers en begeleiders vanaf nu in lederen clubkleding gestoken te worden?).
Een wel héél geheimzinnige term in het advies c.q. dictaat van het Technisch Platform is overigens het zogenaamde ‘geboortemaand effect’, te vinden onder het kopje ‘Gevolgen van de hark’ punt 2. Gaat het hier om een draaieffect dat wordt bewerkstelligd door een bijzondere traptechniek? Of gaat het om verhandelbare rechten die een financiële waarde vertegenwoordigen uit bepaalde vierweekse perioden in het jaar? Heeft de term wellicht te maken met het gegeven dat in de maand mei alle vogels een ei leggen en het met een eivormige bal het lastig voetballen is? We tasten hier volledig in het duister.
Wat ook te denken van de volgende aanbeveling in het platformrapport: ‘Overlegfrequentie: 2 uur voor elke training’? Bedoelt het platform hiermee te zeggen dat er vòòr elke training twee uur lang overlegd dient te worden? Over wie de pionnetjes waar op het trainingsveld dient te positioneren wellicht?
Het Technisch Platform is tegen het einde van het rapport definitief de weg kwijt als er een paragraaf gewijd wordt aan een zogenaamd Back Office. Een Back Office! De platformleden willen de Ajax-backs kennelijk een kantoor geven! Geen veldtrainingen meer, maar een bureau, een stoel met armleuningen en ordners vol schriftelijk studiemateriaal over de invulling van de backpositie in de Ajax-elftallen!
Een en ander doet vermoeden dat dhr. Cruijff/Cruyff, na het beëindigen van zijn actieve voetbal- en trainerscarrière, ofwel een managementopleiding bij de LOI heeft gevolgd, ofwel op de golfbaan is gehersenspoeld door een onbekende groep organisatieadviseurs. Of misschien valt te vrezen dat hij tijdelijk in een ontoerekeningsvatbare fase verkeert.
Aanbeveling 3:
Het is duidelijk dat grondige nadere studie vereist is naar de strekking van het gestelde in het platformrapport vòòrdat de aanwijzingen in de praktijk doorgevoerd kunnen worden. Desalniettemin is er ook een véél eenvoudiger oplossing voorhanden: het rapport de prullenbak in, ontbinding van het Technisch Platform en terug naar de basis. De doctorandus zou in dit verband graag de vroegere bondscoach Ernst Happel willen citeren: ‘Nicht loelen, Fussbal spielen!’.
6-04-2011 13.02 | Door: Drs. Kopsterk | Categorie: Polls, enquêtes en rapporten, Voetbal, Wetenschap
>>Nog nooit zo lang in historie niet in Europese finale gestaan.
Wat een kromme formulering in dat rapport! Lelijk anglicisme? Of gewoon een anglicisme? Of Catalaans misschien?
> dunkt de doctorandus.
Moet dat dan niet ‘dunkt den doctorandus’ zijn?