Annelies van der Veer wél over hoofddoek: gewoon dom

‘Annelies van der Veer niet over hoofddoek: tamelijk onbegrijpelijk‘, schreven wij eerder op de dag. Vervolgens kwamen wij tot de conclusie dat Annelies van der Veer niet alleen een hoofddoekenfobie heeft, maar ook geobsedeerd is door sex. Dat laatste is helemaal niet erg, dat heeft Stommeling Jones ook, alleen houdt die zich keurig aan de voorschriften van uw en onze captain, die erop neerkomen dat het niets uitmaakt of je geestelijk gezond bent, zolang je je stukjes er maar niet door laat beïnvloeden. Bij de Metro en Hoeiboei hebben ze dat soort voorschriften vermoedelijk niet, wat erg prettig is voor Annelies van der Veer. Op hoeiboei schrijft ze bijvoorbeeld: ‘Hier een hoer, daar een hoer‘, hetwelk wij nu even gaan kloosrieden:

“De rosse buurt, de Wallen, The Red Light District, ik hoef er zelden te zijn maar als ik er eens door heen moet, is het alsof ik een andere wereld betreed.“

Sneu. Wij hoeven nooit op De Wallen te zijn, maar als wij door omstandigheden gedwongen in ons minst favoriete dorp moeten zijn en we komen er toevallig in de buurt, dan willen we er best even een kijkje nemen. De laatste keer dat we er waren is dan ook erg lang geleden, dus misschien dat er iets veranderd is, maar toen was het voor ons beslist niet alsof wij een andere wereld betraden. Zal wel aan ons liggen.

“Noem me naïef, ik kijk m’n ogen uit, telkens weer.“

Is dat naïef? Is ze niet gewoon geil? Of liegt ze gewoon?

“Maar dat stellen de vrouwen die hun lichaam veil geven niet op prijs.“

Hoe weet ze dat? Heeft ze dat gevraagd? Of hebben de hoeren haar in de gracht laten gooien?

“Ik ben niet welkom in deze straten, in deze steegjes waar mannen over de stoepen schuifelen, geil, nog even besluiteloos over bij welke hoer ze hun mannelijke zaad zullen lozen.“

Een mislukte poging tot sfeertekening, maar dat ze niet welkom is, zou best kunnen kloppen, want het lijkt ons het type waar iedereen op het eerste gezicht een hekel aan heeft, en dat soort lui is nooit ergens welkom. Misschien zou ze eens een gezichtsbedekkende hoofddoek moeten proberen. Soms helpt dat. Zou ze trouwens ‘Quartier Putain’ van Drs. P kennen? Zomaar een gedachte.

“Eén keer keek zo’n schuifelaar mij doordringend aan maar voor hij de gevreesde vraag kon stellen ‘hoeveel?’, riep ik:“

Wij denken niet dat de “schuifelaar” haar wilde vragen wat zij kostte. Eerder hoeveel geld hij toe zou krijgen. Of de weg naar het station. Of of ze zijn reisgezelschap ergens gezien had.

““Ik ben veel te duur voor jou!”.“

Hahahahahaha! Maar het klopt wel: iedere euro die ze durft te vragen, is er een te veel.

“Gadverdamme!“

Ze houdt niet van sex.

“Het idee!“

Het idee is alleen bij haar opgekomen, voor zover wij weten.

“Snel liep ik door in de straat die toch van iedereen is.“

Wat bedoelt de dichter met: “de straat die toch van iedereen is”?

“Aan de andere kant.“

Ze is bang voor sex. Of bang voor mannen. En sex.

“Zijn wij, vrouwen, zo nu en dan niet allemaal hoeren?“

Zie ‘Alle vrouwen zijn hoeren‘. Maar onthoud wat Herman Finkers zei: “echte liefde kost de helft”.

“In een artikeltje dat over sex binnen het huwelijk ging, hoe vaak en zo, las ik het openhartige verhaal van een getrouwde vrouw.“

Agossie: die denkt dat redacties van wijvenbladen de moeite nemen echte mensen te interviewen in plaats van de ‘openhartige verhalen’ zelf te verzinnen. Dat noemen wij nou naïef.

“Ze gaf eerlijk toe dat haar man nou eenmaal vaker zin had dan zij en daarom liet ze hem soms maar even z’n gang gaan, in haar dus, no big deal.“

Jee, wat openhartig. Zoiets verzin je niet.

“Tuurlijk, zij kreeg er geen geld voor, hooguit pakte hij erna de achterstallige klusjes in huis wat eerder op, maar ‘t was in zekere zin uit (behoudzuchtige?) liefde dat ze haar lichaam beschikbaar stelde.“

Het is toch wat. Nou, nou, nou. Vreselijk. Zoiets doe je toch niet? Verkrachting!

“Maar toch.“

Ach welnee. Het is namelijk echt “no big deal”. Dat moet je niet overdrijven. “Put it in and jiggle it about a bit“, meer is het niet. Als die al dan niet fictieve mevrouw er niet mee zit, waarom Annelies van der Veer dan wel? Jaloers? Omdat ze geen man heeft, of een man die nooit zin heeft, althans niet in haar?

“Hoer.“

Ja, en?

“‘t Oudste beroep ter wereld.“

Is dat zo? Dat was toch groenteboer (Elia, kan ook Mozes geweest zijn, ging met lof naar de hemel) of apotheker (Kaïn gaf Abel een poeier)?

“Niet uit te roeien die stelling.“

Daar is onderzoek voor nodig, en waarom zou je die tijd en moeite er insteken?

“Hm, stel je voor dat je uitkeringsinstantie je meedeelt dat er nog een vacature in de hoererij is?“

Dat komt voor. Tot onze stomme verbazing blijken vrouwen zo’n baan te kunnen weigeren zonder hun uitkering te verliezen, terwijl mannen hem niet eens aangeboden krijgen. Over meten met twee maten gesproken.

“Je kunt volgende week al aan de slag.“

En de verdiensten zijn goed, als je het goed doet tenminste.

“Dat geeft te denken.“

Inderdaad.

“Eveneens dat sinds de hoererij in 2000 hier gereguleerd werd, misbruik binnen de sector een hoge vlucht heeft genomen.“

Bronnen?

“Meer dan de helft van de 30.000 hoeren zou haar lichaam onvrijwillig verkopen.“

Dat is niet goed en daar moet de vakbond iets aan doen.

“Gadverdamme!“

Deze uitroep heeft ongetwijfeld te maken met mevrouw van der Veer’s algehele afkeer van sex. Als je niet denkt dat sex qualitate qua iets vies is, hoef je het nog steeds niet goed te vinden dat mensen gedwongen worden hun ‘lichaam te verkopen’ (een rare uitdrukking, daar er in de betaalde sex veeleer sprake is van verhuur, doch dit terzijde), maar reageer je daar iets rationeler op. “Gadverdamme!” roepen wij als iemand ons een hap modder met gras laat eten (bleek trouwens achteraf een recept met salie van Jamie Oliver te zijn, maar dat is een heel ander verhaal). En als wij boos zijn roepen we geen gadverdamme maar gewoon godverdomme, zoals het hoort.

“Amsterdam-West, Slotervaart, de Dapperbuurt, ik hoef er zelden te zijn maar als ik er eens door heen moet, is het net alsof ik een andere wereld betreed.“

In welke wereld zou mevrouw van der Veer zelf eigenlijk wonen?

“Noem me naïef maar ik kijk m’n ogen uit, telkens weer, maar dat stellen deze vrouwen niet op prijs.“

Dit keer is meteen duidelijk dat ze liegt dat ze barst. Ze kijkt haar ogen niet uit, ze ziet wat ze wil zien. Door haar hoofddoekenfobie ziet ze overal waar hoofddoeken zijn uitsluitend hoofddoeken. Hoe dat werkt, kunt u zelf even uitproberen, als u een boekenkast heeft. Kijk even naar de grond en neem u voor, bij het opkijken een blauw boek aan te wijzen. Kijk nu op en zie: de blauwe boeken spatten u tegemoet. Doe nu hetzelfde met een rood boek. Bijlo! Het werkt. Behalve als u geen blauwe of rode boeken in de kast heeft staan, dan gaat het mis.

“Misprijzend kijken ze mij aan.“

En terecht. Zouden wij ook doen als een ons overigens onbekende hysterica met het schuim op de bek door onze straat loopt en iedereen aanklampt om te getuigen van haar merkwaardige wereldbeschouwing.

“Dan de mannen.“

Die zullen ook wel nix goed kunnen doen. Zou Annelies van der Veer een mannenhaatster zijn?

“Hun mannen, hun zonen.“

Hun broers, hun opa’s, hun vrienden, hun kennissen, hun fietsenmakers, hun klompendansers, maak het verhaal zelf af en kleur de plaatjes.

“Een keer schold eentje mij uit voor hoer.“

Dat kan inderdaad alleen schelden geweest zijn. Niemand kan dat mens serieus voor een echte hoer aanzien.

““Dat kun jij helemaal niet betalen!” riep ik en liep snel door in de straat die toch van iedereen is.“

“De straat die toch van iedereen is”, daar heb je hem weer. Wij krijgen de indruk dat Annelies van der Veer wel zegt dat de straat van iedereen is, maar stiekem denkt dat dat niet zo zou moeten zijn en dat de straat alleen en uitsluitend Annelies van der Veer zou moeten toebehoren. Dan hebben wij slecht nieuws voor haar: vergeet het maar.

“Kay, een Amerikaanse expat met wie ik werk, snapt er niets van.“

Wij kennen Kay niet, maar kunnen ons voorstellen dat ze het niet gaat snappen ook, in ieder geval niet als ze aangewezen is op de uitleg van Annelies van der Veer, want die snapt er ook niets van.

“Aan de ene kant van Amsterdam bieden vrouwen legaal hun lichaam te koop aan terwijl aan de andere kant van de dezelfde stad vrouwen zich verhullen.“

Het zou verwarrend zijn als het zichtbaar dezelfde vrouwen betrof, maar dan nog: wij weten van stagiaires op het MBO die op school een hoofddoek dragen en die op hun stageplek netjes in de tas laten, omdat ze anders mogen opsodemieteren.

“Het gaat er bij haar niet in dat al die vrouwen dat vrijwillig doen.“

Dat lijkt ons dan toch echt háár probleem.

“Of ik een en ander kon uitleggen?“

HAHAHAHAHAHA! Annelies van der Veer en iets uitleggen. Kostelijk. Helemaal daar dit haar belangrijkste fobie betreft. Maar wacht: zou die Kay soms verzonnen zijn, voor het dramatisch effect? Maakt dat iets uit? Neen.

“Het is geweldig dat Myrthe Hilkens (PvdA) zich ondanks bedreigingen blijft inzetten voor de 15.000 vrouwen die zich onvrijwillig prostitueren, maar wie gaat zich inzetten voor de 200.000 vrouwen die zich ‘onvrijwillig’ bedekken?“

Welke 200.000 vrouwen? Maar stel dat het er 200.000 zijn en er daadwerkelijk iemand nodig is die zich voor die vrouwen gaat inzetten, dan hebben wij de ideale kandidaat: Annelies van der Veer. Maar ja, die hoeft volgens eigen zeggen bij die vrouwen niet aan te komen. Da’s ook sneu.

26-02-2013 14.40 | Door: De Grote Vrager | Categorie: Godsdienstwaanzin, Juridisch, Muziek, Onderwijs, Sex, Taal