‘Pestkoppen’ harder aanpakken is zinloos
Naar aanleiding van de steekpartij in Voorburg beginnen er meteen allerlei idioten te roepen dat pestkoppen harder moeten worden aangepakt. De verdachte zou namelijk gepest zijn, dus ergens was het wel een beetje logisch dat hij iemand ging doodsteken, is de onderliggende redenering. Wij zijn zo vrij het daar niet mee eens te zijn, en wel hierom: waar gepest wordt, heeft niet alleen de pestkop, maar ook de gepeste schuld.
Laat ons het onderhavige geval eens bekijken. In het papieren AD van vandaag (bladzijde 2) lezen wij over de verdachte onder andere:
“Anthony was met z’n zwarte haar en legerkleding altijd anders dan de rest.“
Een buitenbeentje dus, alleen al op uiterlijk. Er waren ook andere factoren waardoor hij een buitenbeentje was, maar aangezien die hele Anthony ons geen reet interesseert, daar wij hem niet kennen, geen familie van hem zijn en Voorburg aangenaam ver weg is, gaan we daar nu niet op in, dan leest u die krant maar.
Wij wilden slechts even wijzen op het zijn van buitenbeentje als mogelijke factor om gepest te worden. Daarnaast willen wij wijzen op een misvatting, die gehuldigd wordt door mensen die niet weten hoe pesten werkt, of zelf altijd gepest zijn. Vaak zijn dat dezelfde mensen, worden ze bijvoorbeeld psycholoog of therapeut, en leggen ze de schuld voor het gepest in zijn geheel bij de pestkop. Dan krijg je dit, uit hetzelfde stukje:
“Psycholoog Bob van der Meer verdiept zich al 26 jaar in pesten.“
Hij zegt:
“Als jij steeds aankaart dat je wordt gepest en er wordt niks aan gedaan. En als je steeds verder in problemen komt, heb je het recht jezelf te verdedigen.“
De merkwaardige interpunctie komt voor rekening van het AD, dank u. De foute gedachte komt voor rekening van Bob van der Meer. Wij zien u schrikken. “Foute gedachte”, denkt u, “hoezo foute gedachte? Vindt onze captain werkelijk dat je jezelf niet mag verdedigen als je voortdurend gepest wordt?
Welnu: uw captain vindt, dat je jezelf niet voortdurend moet laten pesten. Je moet voorkomen dat je voortdurend gepest wordt. “Ja,” denkt u nu, “dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar hoe doe je dat?” Dat doe je door adequaat op het gepest te reageren.
Stel, u bent een stevige neger van twee meter en een kleuter noemt u in zijn onschuld Zwarte Piet, waardoor u zich gepest voelt. Daar hoeft u natuurlijk niet eens voor te bukken: met één stevige schop joekelt u die kutkleuter door de dichtstbijzijnde winkelruit, dus die doet dat voorlopig niet weer. Als u er dan ook nog “smerige racist” bij roept, krijgt u op Twitter ongetwijfeld huldeblijken uit het hele land. In dit geval zal er van voortdurend pesten geen sprake zijn. Deze reactie is afkomstig uit de cursus conflictbeheersing van Stommeling Jones. Weliswaar wordt schoppen in die cursus gezien als minderwaardig alternatief voor het geprefereerde ‘Gelijk hoeken’, maar als Stommeling Jones ons kan uitleggen hoe een vent van twee meter een kleuter moet neerhoeken, zijn wij een en al oor.
Als u niet sterker bent dan degene door wien u zich gepest voelt en hem uit de weg kunt gaan, gaat u hem gewoon uit de weg, of negeert u hem. Zorg er echter wel voor dat dit uitdeweggaan niet resulteert in eindeloze einden omlopen, want dat maakt het voor de pestkop alleen maar leuker. Als de pestkop profiteert door u in elkaar te slaan, heeft u pech.
U zou ook kunnen proberen op het gepest te reageren met humor, maar als u daar geen gevoel voor heeft, kunt u dat beter uit uw hoofd laten, omdat het er daardoor allemaal zeker niet beter op wordt.
De beste manier om niet gepest te worden, is: geen buitenbeentje te zijn. Daar komen wij strax nog op terug, maar nu gaan we een paar anekdotes vertellen. Ja, ja, anekdotisch bewijs is geen bewijs, maar wij vinden ze gewoon leuk.
Anekdote 1: toen wij nog op de kleuterschool zaten, liepen wij in de winter een keertje naar huis. Een ouder en vervelend buurjongetje pakte ons mutsje af en gooide het in de prikstruiken, om te pesten. “Dat is dom van je,” zeiden wij, “want nou kom ik thuis zonder mutsje en dan gaan ze vast vragen waar mijn mutsje is.” Met gevaar voor eigen ledematen is hij toen die struiken ingegaan, terwijl wij gewoon doorliepen. Vlak voor wij thuiskwamen, kwam hij ons met de fiets achterop, gaf ons ons mutsje terug en smeekte ons, niets over het voorval te vertellen. Nooit meer last van hem gehad.
Anekdote 2: wij deden vakantiewerk op een melkpoederfabriek. De vakantiewerkers waren voornamelijk jongens uit de buurt, die het plaatselijk dialect beheersten. Het was rotwerk, maar je kreeg er geld voor, en daar ging het om. In de pauze ging je voetballen. Een van de jongens kwam niet uit de buurt, sprak bekakt, beheerste het dialect niet en kon niet voetballen. Een buitenbeentje dus. Desondanks werd hij niet gepest: de rest beschouwde hem als een buitenbeentje, maar had niets tegen hem. Dat kwam pas toen hij begon te zeiken over het enige dat hem niet tot buitenbeentje maakte: het werk. Wij wisten allemaal dat het kutwerk was, maar hij meende dat iedere vijf minuten te moeten opmerken. Daardoor kregen de anderen iets tegen hem, want die wilden er niet iedere vijf minuten op gewezen worden. Het pesten begon toen hij met een ladder in de lift stond en tegen iemand die met een karretje tegen de ladder aan dreigde te rijden op de van hem bekende bekakte toon zei: “Kiek toch uit”. Hij heeft het een dag of drie volgehouden en deed toen het enige verstandige: hij nam ontslag.
En dan komen wij nu nog even terug op datgene waar wij nog op terug zouden komen: “De beste manier om niet gepest te worden, is: geen buitenbeentje te zijn.” Dat klinkt leuk, maar hoe doe je dat? Dat doe je door je niet van de groep (zonder groep geen buitenbeentje, per slot van rekening) af te zetten en ook niet door bij de groep te willen horen. Oftewel: je gaat lekker je eigen gang binnen de groep waarin je je al dan niet toevallig bevindt. Onze eigen Stommeling Jones is wat dat betreft het ideale voorbeeld. In vele buitenlandse steden is hem door inboorlingen de weg gevraagd, in hun eigen taal, zonder dat ze hem hadden gevraagd of hij die taal überhaupt sprak, vanwege de duidelijke impliciete aanname dat hij zelf deel uitmaakte van de plaatselijke bevolking. En waarom? Omdat hij rustig een sigaartje stond te roken, in een normaal tempo op de stoep liep zonder zichtbaar op zoek te zijn naar toeristische attracties, of een boekhandel uitkwam. Ook is hij ooit ergens genoemd als iemand die “zo gewoon gebleven” was, waarbij als voorbeeld werd genoemd dat hij een kraanvogeltje had gevouwen van zijn servetje terwijl ze met zijn allen zaten te wachten op de broodjes en de soep en niemand anders in het gezelschap iets anders van zijn servetje kon vouwen dan een propje, omdat ze voor vliegtuigjes niet deugden. Noem dat maar gewoon. Voor zover wij weten, is Stommeling Jones nooit gepest.
Chronisch gepest worden begint over het algemeen op zeer jonge leeftijd. Ouders hebben dan een belangrijke taak. Zij moeten hun kind in het gareel schoppen en ervoor zorgen dat het geen buitenbeentje wordt: als het op de kleuterschool in een prinsessenjurk naar school wil, kan dat een keertje, nog net, maar bij Autotechniek op het VMBO moet dat echt worden verhinderd.
Het Nederlandse onderwijssysteem bestaat om de leerlingen om te vormen tot grijze gehaktballen en de school hoeft dus alleen die taak uit te voeren. Als de school het goed doet, begrijpt de gepeste dat het wel eens zijn eigen stomme schuld zou kunnen zijn en dat hij bijvoorbeeld niet moet beginnen te huilen als hij gepest wordt (zie anekdote 1) of proberen aansluiting te zoeken met een groep waar hij duidelijk niet bijhoort (zie anekdote 2).
Tenslotte pleiten wij ervoor om, als het nodig is, niet de pestkoppen aan te pakken, maar de gepeste te verwijderen. Wij kennen namelijk meer dan een geval waarin er van pesten geen sprake was, totdat er een buitenbeentje aan de groep werd toegevoegd. In al die gevallen kan het pesten vertaald worden als: “jij hoort er niet bij. Pas je aan of rot op.” En zeg nu zelf, waarom zou de bestaande groep zich moeten aanpassen aan de onwelkome nieuwkomer?
13-10-2014 16.23 | Door: Cpt. Iglo | Categorie: Onderwijs, Rechten, Wetenschap
==
waar gepest wordt, heeft niet alleen de pestkop, maar ook de gepeste schuld.
==
Wel een beetje een forse uitspraak, dacht je niet? Het ergste is nog dat het soms misschien nog een beetje waar is ook.
> op de van hem bekakte toon zei:
bekende bekakte?
Kiek togguut! moeddet natuurlijk zijn.
> en ook niet bij de groep te willen horen.
En ook niet door.
Ja, t’is kutwerk en iemand moet t zeggen, daarom doe ik dat maar.
Weet je wie ook telkens wordt gepest omdat hij het als enige opneemt tegen islamofobie en racisme?
@1.Ruud Harmsen says:
October 13, 2014 at 11:20 pm
Inderdaad een vrij forse uitspraak. Als ervaringdeskundige (vanaf een jaar of 6 tot een jaar of 18 stelselmatig gepest) kan ik het hier deels mee eens zijn. De aangehaalde anekdotes beschrijven 2 zeer specifieke gevallen die de mening van de schrijver bevestigt. Maar ik ken helaas talloze gevallen waar de situatie totaal anders lag. Bijvoorbeeld een vriend van mij die werd gepest omdat z’n moeder aan kanker was komen te overlijden. Hij heeft helaas op 23 jarige leeftijd een eind aan zijn eigen leven gemaakt. Of mijn eigen situatie zoals hieronder beschreven.
Ik was inderdaad een buitenbeentje. Maar het advies om geen buitenbeentje te zijn ging in mijn situatie niet helemaal op. Ik was helaas vele malen slimmer dan de meeste van mijn klasgenoten. Helaas was ik mij daar volledig van bewust en was ik naast slimmerik ook een betweter. Nu jaren later weet ik inderdaad beter en ben ik mij er van bewust dat gelijk hebben iets heel anders is dan gelijk krijgen. Had ik die wijsheid toen maar gehad. Dan was ik wellicht minder gepest. Met de nadruk op minder, want er waren meerdere redenen voor het pesten. Maar tot zover het kan ik het met de uitspraak eens zijn.
Maar nu. Ik was een klein kind en wist dus niet beter. Ik durfde uit schaamte mijn ouders niets te vertellen. Dus de uitspraak over ouders dat ‘zij hun kind in het gareel moeten schoppen en ervoor zorgen dat het geen buitenbeentje wordt’ gaat hier helaas niet op. Ze konden mij niet adviseren omdat ik m’n muil hield en altijd zei dat alles goed ging.
Daarnaast was ik een buitenbeentje omdat ik hogere cijfers haalde. Dat konden de meeste mensen om mij heen niet hebben en dat was een goede reden om mij continue een hak te zetten. En u kan het wellicht al raden. Ik deed minder m’n best en haalde lagere cijfers. Maar dat had geen invloed. Want naast net wat slimmer te zijn, had ik de pech slechte ogen te hebben en was het enige kind in de klas met een bril (op 8 jarige leeftijd). Een buitenbeentje dus. Geen bril dragen was geen optie. Met -4 kun je nou eenmaal niet over straat.
En waar waren de leraren? Hadden die niets door? Jawel, maar het was voor hun gemakkelijker om weg te kijken (of zelfs mee te doen), dan om de rest van de groep aan te pakken.
Zoals de schrijver goed opmerkte begint chronisch pesten op jonge leeftijd. Het eindigde pas na lange sessies bij psychologen en verandering van scholen. En het heeft daarna nog jarenlang effect gehad in de vorm van depressies.
Nu als 34 jarige kan ik dit verhaal afsluiten met het volgende: Ik heb alles overwonnen. Ben gelukkig en sta buitengewoon positief in het leven. Maar pesten dient wel degelijk aangepakt te worden. Liefst in een zo vroeg mogelijk stadium. Ik zou niet weten wat de exacte oplossing is. Een kind als ik houdt z’n muil, dus dan is het vrij lastig om erachter te komen wat er in dat koppie omgaat. Ik ben gelukkig niet tot zulke acties overgegaan als het neersteken van een pester, maar het soort ideeen heeft wel degelijk in m’n hoofd gespeeld. Ik ben van mening dat er wel degelijk een belangrijke taak voor het onderwijs is weggelegd in het herkennen en aankaarten van een pest probleem. Ouders zien hun kind over het algemeen te weinig wanneer ze omgaan met leeftijdsgenoten.
Mocht de schrijver een simpele oplossing hebben hoe ik mijn problemen had kunnen voorkomen, dan hoor ik die graag. Ik sta zeer zeker open voor andere invalshoeken op de problemen die ik heb ondervonden (niet sarcastisch bedoeld).