Op een beerput moet je niet schaatsen
Op Twitter kwamen we dit tegen:
“De racismekramp, daar mag ik het niet over hebben, want dan ben ik een “jankneger” of een “beroepsslachtoffer”.https://sweetlittledevill.wordpress.com/2015/05/26/racismekramp/“
Als wij zoiets lezen, weten wij meteen hoe laat het is, namelijk tijd voor een kloosried. Het stukje heet Racismekramp.
Wij verwachten een zeurverhaal waarin staat dat alle blanken racisten zijn en dat alleen blanken überhaupt racistisch kunnen zijn. Een racistische gedachte, maar wij hebben hem niet verzonnen. Daar gaat ie:
“Je moet wel onder een steen hebben gelegen, wanneer je de afgelopen weken niets hebt meegekregen van de enorme commotie die het stellen van een simpele vraag teweegbracht.“
Fout. Je hoeft alleen maar niet op Twitter te zitten, geen columns te lezen, niet naar praatprogrammaas te kijken en rustig je eigen gang te gaan.
“Martin Simek gebruikte in een gesprek het woord “zwartjes” en Sylvana Simons sprak hem daar, heel terecht, bewust en in keurige bewoordingen op aan.“
Daar hebben wij iets over gehoord en wij hadden de indruk dat Sylvana Simons hem niet zo heel keurig aansprak, maar bovenal nogal doordramde. Maar gezien het feit dat het op de staatsomroep was en nog in een praatprogramma ook, hebben wij het niet zien gebeuren, dus als het anders was, geloven wij het ook. Ons maakt het niet uit, want Martin Simek hebben wij nooit serieus genomen, evenmin als Sylvana Simons. Een scheet in een netje dus, dit.
“Als Simek logisch zou hebben gereageerd, dan had hij geantwoord met: sorry, je hebt gelijk, dit is natuurlijk een totaal achterlijke woordkeuze.“
Dat zien wij anders. Als Simek geen idee had waarom hij werd aangevallen, zou hij geprobeerd hebben daar achter te komen. Als het zijn bedoeling was Sylvana Simons op de kast te jagen, zou hij natuurlijk helemaal zijn excuses niet aangeboden hebben. Er is eigenlijk geen situatie te bedenken waarin het logisch zou zijn dat Simek op een al dan niet onverwachte aanval zou reageren met het zeggen van sorry.
“Het was niet mijn bedoeling om jou of wie dan ook te kwetsen.“
De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen en Hitler bedoelde het ook niet kwaad, maar gekwetst zijn is een keuze en als iemand ons laat weten dat wij hem gekwetst hebben, dan zeggen wij meestal “stel je niet aan”, “dat is jouw probleem” of “mooi zo”, afhankelijk van hoe onze pet staat.
“Daarmee zou de kous dan zijn af geweest.“
Ach welnee. Wij hebben namelijk begrepen dat Sylvana Simons daar zat omdat ze geld nodig heeft en probeert een programma over racisme te slijten, dus die had zeker wel een manier gevonden om dit uit te melken. Gratis reclamezendtijd krijg je niet alle dagen, per slot van rekening.
“Helaas gebeurde er iets wat in dit soort gevallen altijd lijkt te gebeuren: Simek schoot in de “racismekramp”.“
Wij kijken nooit naar praatprogrammaas, dus wij weten niet hoe vaak “dit soort gevallen” voorkomt en dus kunnen wij ook niet beoordelen of “altijd” iets is om je ongerust over te maken. Het begrip racismekramp is ons onbekend, maar de aanhalingstekens suggereren dat hier iemand geciteerd wordt. Wie zou dat woord bedacht hebben? En waar in het lichaam wordt de racismekramp gesitueerd? Wij zijn benieuwd.
“Martin Simek is daar absoluut niet uniek in.“
“Absoluut niet uniek.” Dat doet ons veronderstellen dat “altijd” in ieder geval meer dan eens is. Zo komen we ergens.
“Het is iets wat bijna standaard lijkt te gebeuren met mensen wanneer ze op een racistische woordkeuze of racistisch gedrag worden aangesproken.“
De racismekramp is dus het directe gevolg van aangesproken worden op woordkeuze of gedrag. Zou het dan net zoiets zijn als een hartaanval bij een bejaarde die door een medewerker van de Action wordt aangesproken op winkeldiefstal? Daar hebben wij onlangs iets over gelezen en wij begrepen dat dat aanspreken achteraf ten onrechte was, maar zo’n hartaanval maak je daarmee niet ongedaan. Betekent dat mutatis mutandis dat de racismekramp zich ook kan voordoen bij mensen die ten onrechte van racisme worden beschuldigd? Als dat zo is, is de racismekramp dus niets meer dan de bloedgolven die ieder normaal mens krijgt als hij vals beschuldigd wordt.
“Juist daarom is het goed dat het deze ene keer zo publiekelijk gebeurde en dat het voor iedereen duidelijk zichtbaar was.“
Wij zijn daar niet zo zeker van.
“Ik ben ervan overtuigd dat iemand een racistische opmerking kan maken zonder zich daarvan bewust te zijn en dat maakt diegene dus niet direct automatisch tot een racist.“
Wij zijn ervan overtuigd dat de schrijfster van dit stuk de definitie van racisme eens zou moeten opzoeken. Omdat wij denken dat zij daar te lui, te dom en te eigenwijs voor is, hebben wij het voor haar gedaan, maar dat liegen we. We wisten dat we het al eens eerder gedaan hadden, dus we hoefden het alleen maar te koppiepeesten:
““racism belief in, or set of implicit assumptions about, the superiority of one’s own -> race or ethnic group, often accompanied by prejudice against members of an ethnic group different from one’s own.““
Verder met het stukje:
“Het racisme komt vaak juist duidelijk aan de oppervlakte als de op een racistische opmerking aangesprokene daarop gaat reageren.“
Dat zou kunnen. Probleem hierbij is echter dat mensen die andere mensen racistisch noemen over het algemeen niet bereid zijn genoegen te nemen met een eenvoudig antwoord als “Onzin”, “Je kletst uit je nek”, “Laat je nakijken”, “Jij wordt zeker zo gehaald” of woorden van gelijke strekking. Mensen die er hun hobby of beroep van maken overal racisme te zien, zijn heel vervelende mensen en willen altijd gelijk hebben. Wij houden daar niet van.
“Men wil immers geen racist zijn en daarom gaat men uit alle macht proberen de racistische uitspraak te verdedigen of te verklaren…“
Hier doet zich een grappig misverstand voor, dat waarschijnlijk wordt veroorzaakt doordat de schrijfster nog nooit een echte en overtuigde racist van een andere kleur dan de hare is tegengekomen. Wij hebben ons echter laten vertellen dat het sterft van de idioten die niet alleen graag racist willen zijn, maar dat op nare wijze uitdragen ook. Dat soort mensen wordt echter in de praatprogrammaas van de staatsomroep niet vaak uitgenodigd, denken wij. Bij de staatsomroep wil men nu eenmaal graag uitdragen dat iedereen lief voor elkaar moet zijn en dat je Zwarte Piet moet afschaffen als er een paar negers zijn die “RACISME!” beginnen te roepen.
“en dat maakt het meestal niet beter.“
Het zou prettig zijn als deze mevrouw een concreet voorbeeld zou geven, want tegen dit soort generalisaties valt niets in te brengen.
“Heel vaak zijn ze dan zo fanatiek bezig met het uitleggen waarom ze juist geen racist zijn, dat ze vervolgens vervallen in het maken van allerlei racistische opmerkingen.“
Wie? Hoe vaak precies? Waar? Wanneer? Hoe? Welke racistische opmerkingen? Vragen, vragen, overal vragen en geen druppel te drinken. Oh nee, dat was water. Hoewel, een kopje koffie zou er wel ingaan, maar we dwalen af.
“Dat is het regelrechte gevolg van het feit dat veel mensen niet lijken te begrijpen dat het benoemen van racisme in een opmerking of in gedrag, niet gelijk staat aan de bewering: “Hey, jij bent een racist!”“
Wij weten niet of deze mevrouw ervoor heeft doorgeleerd, maar wij weten wel dat er behoorlijk wat onderzoek aan de persoon nodig is om precies vast te stellen wat iemand wel of niet begrijpt. Ook weten wij dat “het benoemen van racisme in een opmerking of in gedrag” in de praktijk niet alleen gelijk staat aan de bewering “Hey, jij bent een racist!”, maar ook als zodanig bedoeld is. Dat “benoemen” wordt namelijk alleen gedaan door mensen die overal racisme en racisten willen zien en derhalve de hele dag bezig zijn spijkers op laag water te zoeken, met als enige doel hun gelijk te halen. Dat kan met gelijk: je kunt het halen zonder het te hebben en als je het gehaald hebt, heb je het nog niet. Ook kun je het krijgen als je het hebt en als je het niet hebt. Dat geldt dan mutatis mutandis ook voor het geven ervan en zo zouden we nog uren door kunnen gaan. Wij durven te wedden dat de mevrouw inmiddels doorheeft dat wij haar allang niet meer serieus nemen, zo wij dat al ooit gedaan hadden, en nu kwaad zit te mompelen, of loopt te krijsen, dat kan ook, “zie je wel, allemaal racisten”.
“Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat je door mensen erop aan te spreken de werkelijke intentie snel kunt achterhalen.“
Dat zal best, dat ze daarvan overtuigd is. Wij zijn ervan overtuigd dat je als je de verkeerde erop aanspreekt zo een knal voor je kop te pakken hebt, maar daar komt ze nog wel achter. En dan roept ze natuurlijk meteen weer “RACIST!”, omdat ze niet beseft dat het puur persoonlijk was en dat ze het er helemaal naar gemaakt had.
“Dat lijkt mij een goede zaak, want dat is volgens mij de enige manier om verder te komen en los te komen van het ingesleten en vaak onbewuste racisme in Nederland.“
Volgens ons niet. Volgens ons moet het gezeik gewoon een keertje ophouden en moeten al die racismezoekers beseffen dat het racisme in Nederland pas goed van de grond gekomen is, indien überhaupt, nadat mensen begonnen te roepen dat het er was. De kans dat wij onze zin krijgen, is te verwaarlozen, maar we wilden het maar wel even gezegd hebben.
“Benoem zaken en gooi die beerput open.“
De mevrouw is er heel erg van overtuigd dat er een beerput is. Wij niet. Onze onwil om genoemde beerput open te gooien, dient dan ook te worden verklaard uit onze zo mogelijk nog grotere onwil om iets te gaan zoeken dat er niet is of om te bewijzen dat bedoelde beerput niet bestaat. Maak hier uw eigen grap met “de olifant in de kamer”, waarbij u olifant vervangt door beerput. Om de beste inzendingen zal het hardst gelachen worden.
“Daarna kun je dan op een heldere basis met elkaar in gesprek.“
Nou kunt u ons veel wijsmaken, maar niet dat de zaken er helderder op worden als je een beerput opengooit. Veeleer raak je bedwelmd door de kwade dampen. Niet voor niets verzuipen er ieder jaar nog een paar boeren in beerputten, per slot van rekening. Beerputten zijn er om gesloten te houden. Als je werkelijk iets wilt verbeteren, zorg je voor een goede riolering, zodat de rotzooi verdwijnt zonder dat je er nog enig omkijken naar hebt. Dat is trouwens een verschil met sommige andere landen: wij hebben hier overwegend vlakspoelers, dus als de dokter ons om een paar kilo ontlasting vraagt, kunnen we dat na de schijtsessie zo oppakken, terwijl ze in andere landen wel “plons” horen, maar er alleen nog bijkunnen als de zaak blijft drijven, wat lang niet bij ieder ziektebeeld vanzelfsprekend is. Of ze moeten er achteraanduiken, wat geen pretje is, zeker niet als je toch al ziek bent.
“Het is opmerkelijk dat dit vaak niet lukt wanneer het om racisme gaat.“
Wat niet? Er achteraanduiken? O, wacht, dat hadden wij gezegd. Zij had het over een helder gesprek bij een geopende beerput. Dat lukt dus nooit.
“Juist omdat mensen in de “racismekramp” schieten en niet meer willen luisteren naar wat er “echt” wordt gezegd.“
O ja, die racismekramp. Nog steeds geen idee wat dat precies is. Wat zou ze trouwens bedoelen met “echt”? Ook geen idee.
“Ze horen racist en zijn vervolgens onbereikbaar.“
En nu had ze aanhalingstekens moeten gebruiken en “racist” schrijven, maar dat doet ze dan weer niet. Maar ze bedoelt kennelijk dat mensen die vinden dat ze uitgescholden worden vaak niet geneigd zijn om daar een fijne discussie over aan te gaan.
“Dit gebeurt vaak nadat ze – in een poging zichzelf schoon te praten – wel definitief ‘kleur’ hebben bekend.“
Wat gebeurt er precies? Hoe vaak gebeurt dat? Kun je jezelf schoonpraten als je een beerput geopend hebt? En als je er ingevallen bent?
“De kwestie met Martin Simek is daar een schoolvoorbeeld van.“
Waarvan precies?
“Waar ik eerst nog geneigd was om Simek het voordeel van de twijfel te geven – onbeholpen in zijn taalgebruik vanwege zijn niet-Nederlandse afkomst – daar sloeg dit al snel om in een grote afkeer nadat hij vrijwel onmiddellijk de link naar Zwarte Piet legde.“
Marin Simek is sinds 1968 in Nederland en wij denken niet dat zijn Nederlands als onbeholpen gekwalificeerd kan worden. Wel denken wij dat de mevrouw hier even een inkijkje geeft in haar weinig frisse bovenkamer, alwaar een soort van ‘Blut und Boden’-theorie lijkt te heersen die er in zijn eenvoudige vorm op neerkomt dat je moerstaal aangeboren is en er bij uitbreiding toe leidt dat je iemand niet op zijn huidskleur moet beoordelen, maar wel op zijn geboorteplaats. In de praktijk zitten daar weliswaar alleen maar voordelen aan, maar het is vermoedelijk niet wat de mevrouw zou willen. Dat Martin Simek meteen de link met Zwarte Piet legde, verbaast ons niet. Dankzij de Zeurpieten kunnen wij ook geen neger meer zien zonder even aan Zwarte Piet te denken, wat wij vroeger nooit hadden. Wij kunnen nog wel Zwarte Pieten zien zonder aan negers te denken en dat is tenminste iets.
“Definitief klaar was ik met Martin Simek toen hij in een later interview nog veel verder zijn boekje te buiten ging.“
Oei. Nou hebben wij kennelijk even niet opgelet, want wij hebben even gemist hoe ver Martin Simek zijn boekje al te buiten was gegaan, maar het wordt dus nog erger ook. Jeetje.
“Met het uitspreken van de zin “In de toekomst hoop ik dat belangrijke onderwerpen voorrang krijgen op dit soort luxeproblemen” is Simek voor mij definitief door het ijs gezakt.“
Als hij dan maar niet op de beerput aan het schaatsen was, want dan praat hij zichzelf met geen mogelijkheid meer schoon, durven wij te wedden. Maar alle gekheid op een stokje: als een presentatrice als Sylvana Simons die met nul talent carrière heeft kunnen maken op basis van haar uiterlijk en haar relaties (om de uitdrukking ‘omhooggeneukt’ te vermijden) bij een poging om een nieuw televisieprogramma te pluggen een zaak die niet eens een zaak is, begint op te blazen, kun je wel degelijk van een luxeprobleem spreken, als je het tenminste een probleem wilt noemen.
“Als we de voormalige tennisser moeten geloven, is racisme een luxeprobleem…“
Waar heeft hij dat gezegd? En waarom moet er “de voormalige tennisser” staan? Was “de voormalig tenniscoach” niet denigrerend genoeg? “De geboren intellectueel”? “De bedrijfseconoom”? Nou ja, dat laatste natuurlijk alleen als hij die studie ook afgemaakt heeft. “De schrijver”? Maar goed, wij weten niet of Martin Simek racisme een luxeprobleem vindt, maar wij wel. En dan nog niet eens zozeer het racisme, als wel het gezeik erover van mensen die er de grootste bek over en het minste last van hebben. De gesubsidieerde ‘kunstenaars’, de ‘presentatrices’ en de ‘journalisten’. De zeurnegers en de beroepsslachtoffers, zeg maar. Stel nu dat dat racisme echt zo hevig zou zijn, zouden zij dan ‘bereikt’ hebben wat ze hebben ‘bereikt’? Ziet u trouwens dat wij veel beter zijn met aanhalingstekens dan het zeikwijf wier stukje wij hier bespreken?
“Tjonge, wat een triestheid!“
Maar hij heeft het niet eens gezegd, dus dat valt dan ook alweer mee.
“Simek maakte daarmee voor mij in een klap duidelijk dat ik zijn gebruik van het woord “zwartjes” eigenlijk wel degelijk op de juiste manier had geïnterpreteerd.“
Probleem: het zeikwijf heeft alleen zichzelf gevraagd of ze gelijk had. Dat zou tot een minder objectieve beoordeling hebben kunnen leiden. Niet dat wij er echt mee zitten, maar het zou voor haar als een schok kunnen komen. Als ze niet zo’n plaat voor haar harses had, natuurlijk.
“Dat woord gebruik je niet voor mensen waarbij je echte betrokken bent en die je als gelijkwaardig aan jezelf ziet.“
Niet? Wij weten het niet, want wij gebruiken het sowieso nooit, maar kennelijk gebruikt het zeikwijf het regelmatig en is ze precies op de hoogte van het waar, wanneer, hoe en waarom.
“Martin Simek is daarmee definitief toegetreden tot de omvangrijke gelederen van de groep sneue en racistische mensen.“
Dat was snel.
“Het argument dat zijn vrouw zwart is – dus daarom mag ik dit woord gewoon gebruiken – doet daar helemaal niets aan af.“
Niet? Waarom niet? En natuurlijk mag hij dat woord gebruiken, als hij dat wil, of zijn vrouw nou zwart is of niet. We leven niet meer in de Middeleeuwen, waarin de vrees voor woorden zo groot was dat men daadwerkelijk dacht dat men kon toveren door het opzeggen van een toverspreuk. Nu weten wij toch echt wel beter, hoopten wij, maar als we zo’n misbaar over een enkel woord meemaken, beginnen we weer te twijfelen.
“Ik vraag me des te nadrukkelijker af hoe Simek naar zijn eigen vrouw kijk, al is dat weer voer voor een heel andere discussie.“
“Een heel andere discussie”? Wij hebben geen moment het gevoel gehad dat we hier met een discussie te maken hadden, eerlijk gezegd. Wij dachten meer dat wij aan een tamelijk langdradige versie van “alle blanken zijn racisten omdat ik het zeg” waren overgeleverd, eigenlijk.
“Uit veel van de reacties en de ontstane commotie komt duidelijk naar voren dat praten over en het benoemen van racisme in Nederland “not done” is en dat men er absoluut geen flauw idee van heeft hoe dit aan te pakken.“
En weer geen concreet voorbeeld. Vaagheden, vaagheden, vaagheden en geen druppel te drinken, maar wacht, die hadden we al gehad. Voor ons gevoel blijkt er uit een en ander vooral dat men heel goed weet hoe men die zeurnegers en hun vriendjes moet aanpakken. Dat wij zelf vinden dat je ze gewoon lekker moet laten kletsen, doet er niets aan af. Het voegt ook nix toe.
“Een veel gebruikt kulargument als “vooral geen aandacht aan besteden, want daar wordt het alleen maar erger van” is aan mij niet besteed.“
Aan ons wel, als we het nu tenminste over het gezeur, gezeik en gezanik van die zelfbenoemde antiracisten hebben.
“Het is je reinste kolder dat racisme zou groeien omdat er mensen zijn die het benoemen.“
Dat weten wij zo net nog niet. Net zoals het roepen van antisemitische leuzen bij wedstrijden van Ajax pas echt leuk begon te worden toen ze er wedstrijden voor gingen stilleggen en grote koppen aan gingen wijden in de krant en er nog nooit zoveel oerwoudgeluiden zijn gemaakt in de stadions en bananen naar negers zijn gegooid als nadat iedereen er schande van ging spreken, zou het best eens kunnen dat een hoop mensen die zich normaal gesproken nix afgevraagd zouden hebben nu plotseling het gevoel hebben dat ze stelling moeten nemen en zich gaan verdedigen door in de tegenaanval te gaan, als u begrijpt wat wij bedoelen.
“Er zal toch niemand zijn die dat ook daadwerkelijk gelooft.“
Het lijkt ons heel plausibel.
“Uit alles wat er volgde na het stellen van een simpele vraag door Sylvana Simons, mag je echter wel een andere conclusie trekken.“
Of niet. Dat mag je helemaal zelf weten, lijkt ons.
“Blijkbaar is het in de ogen van heel veel mensen minder erg om racistisch te worden bejegend dan om de dader een racist te noemen.“
Vast wel. Of niet. Of toch. Ons kan het allebei niet zoveel schelen: gekwetst zijn is een keuze en wij kiezen ervoor om ons niet aan te stellen. Schelden doet geen zeer, per slot van rekening.
“Hoe moet het nu verder?“
Nou, gewoon. Dat lijkt ons de beste aanpak.
“Moeten we stoppen met het de vinger op de zere plek leggen?“
Ja. Wij wisten niet eens dat er een zere plek was, maar die zal wel ontstaan zijn door die racismekramp en zich in de beerput bevinden, of zo. In ieder geval kan iedereen er het best afblijven.
“Moeten we negeren dat er achter een dergelijke woordkeuze een zeer diep geworteld en vaak onbewust superioriteitsgevoel schuilgaat?“
Dat zonder meer. Iemands superioriteitsgevoel is zijn eigen probleem en daar heeft verder niemand last van.
“Moeten we gewoon vergeten dat we nu eenmaal leven in een maatschappij die is opgebouwd vanuit een systeem dat racisme heet?“
Dat hoeven we niet te vergeten, omdat het niet zo is. De Nederlandse maatschappij heeft zich ontwikkeld vanuit een systeem dat geschiedenis heet en dat ertoe heeft geleid dat het hier nu is zoals het is. De Nederlandse maatschappij is niet “opgebouwd vanuit een systeem” en zelfs niet vanuit een gedachte, met als gevolg dat er verrotte weinig systeem inzit en er duidelijk niet over nagedacht is.
“Voor mij is dat geen optie, want de geschiedenis heeft bewezen waar wegkijken toe leidt.“
Het enige wat de geschiedenis ooit bewezen heeft, is dat de geschiedenis nooit iets bewezen heeft. De geschiedenis herhaalt zich nooit.
“Ik zal niet meewerken aan een herhaling van de geschiedenis en weiger dus weg te kijken van het groeiende fascisme, racisme en de ontluisterende vreemdelingenhaat.“
Boem. Rang. Pats. Paf. Klababberem. Dat hakt erin. En dat terwijl het groeiende fascisme, racisme en de ontluisterende vreemdelingenhaat geheel van haar medewerking afhankelijk waren. Welnu, dat gaat dus niet door. Dan zij we toch klaar?
“Natuurlijk begrijp ik dat het best pijnlijk is om je te realiseren dat jij als “witte” altijd gebruik hebt kunnen maken van je white privilege.“
Wij denken dat iemand die niet weet dat wij in het Nederlands het woord blanke gebruiken, niet de aangewezen persoon is om iets te zeggen over het Nederlands van Martin Simek. Bovendien bestaat er in Nederland niet zoiets als “white privilege”.
“Daar heb je niet voor gekozen en dus zal ik je het ook niet kwalijk nemen.“
Als er in Nederland “white privilege” zou bestaan en wij zouden daar gebruik van kunnen maken,dan zouden wij dat zonder meer doen. Wij zijn gekke Henkie niet. Helaas vallen wij altijd buiten alle subsidies, stimuleringsregelingen en andere privileges omdat wij blank, hoger opgeleid en goed van de tongriem gesneden zijn. Wij vinden dat niet erg, maar het komt niet overeen met de gedachte dat wij dingen cadeau zouden krijgen. Dat de mevrouw, die vast wel kans gezien heeft de een of andere minderhedensubsidie in de wacht te slepen, al was het maar voor een cursus sjoelbakken voor negerinnen met hoogtevrees, een andere indruk heeft, is haar probleem.
“Verandering is vaak een pijnlijk proces en in het geval van racisme zit die pijn zowel aan de zwarte als aan de witte kant.“
Hoe werkt dat precies dan?
“Toch lijkt het ook hier weer zo te zijn dat zwarte pijn ruimschoots minder telt dan witte pijn.“
“Ook hier weer”? Waar dan nog meer? Wij hebben nergens een concreet voorbeeld gezien, dus ook hier lijkt het weer zo te zijn dat we maar moeten aannemen dat het zo is, omdat zij het zegt. Maar zo zijn wij nu eenmaal niet.
“Ik mag je immers niet aanspreken op woordgebruik of gedrag dat mij kwetst.“
Dat mag best. En dan zullen wij je heel hard in je domme gekwetste gezicht uitlachen en meteen een grap verzinnen om je nog verder te kwetsen. Dat vinden wij namelijk leuk. Wij zijn dol op het pesten van malloten, namelijk. Daar krijgen wij weleens problemen door, zoals iedereen op deze webzijde kan zien, maar dat weerhoudt ons toch niet echt. Wat ons wel weerhoudt, is de gedachte dat wij niet met een onschuldige malloot te doen hebben, maar met een gevaarlijke gek. In die gevallen houden wij vrij snel op, vaak nog voor we begonnen zijn, want zo zijn wij. Als de malloot met de Kalasjnikov zegt dat wij vijf keer per dag met onze reet naar het westen moeten gaan doen of wij in god geloven, dan doen wij dat, om maar een voorbeeld te geven. En als hij dan de Kalasjnikov even uit het oog verliest, proberen we hem ermee door zijn hoofd te schieten, maar alleen als hij in zijn eentje is. Wij sterven niet graag de heldendood.
“Als ik dat wel doe, zoals ook anderen dat doen, dan krijg ik ineens een vloedgolf aan vuil en gif over me heen.“
Geef daar eens een voorbeeld van?
“Ook daar mag ik het natuurlijk niet over hebben, want dan ben ik een “jankneger” of een “beroepsslachtoffer”.“
Natuurlijk mag je het daar over hebben. Sterker nog, je moet. Dat ben je aan je stand als jankneger en beroepsslachtoffer verplicht.
“Ondanks mijn begrip voor het feit dat het pijnlijk is voor mensen wanneer ze worden aangesproken op – racistische – uitspraken en gedrag, zal ik dit – en hopelijk vele anderen met mij – toch elke keer weer doen.“
Je gaat je gang maar. Wij kunnen haast niet wachten. Bij dezen het verzoek aan de mevrouw om onze webzijde grondig te doorzoeken en al onze racistische uitspraken en gedragingen op een rijtje te zetten, inclusief verschijningsdatum en URL. We zijn benieuwd.
“Het feit dat jij je ongemakkelijk voelt of dat het je kwaad maakt of zelfs kwetst, mag voor mij nooit de reden zijn om, zoals eerder het geval was, te zwijgen wanneer je woorden of daden mij kwetsen.“
Wij voelen ons niet ongemakkelijk als een beroepsslachtoffer zijn leed klaagt en ook worden wij er niet kwaad van, laat staan dat het ons kwetst. Wij moeten er altijd heel erg om lachen en als het de spuigaten uitloopt, verwerken wij het in een stukje, zoals nu.
“Racisme is een springlevende werkelijkheid in de Nederlandse maatschappij.“
Neen, dat is het niet. Racisme is op zijn hoogst een uitstervend randverschijnsel, net zoals de gewoonte om bij het in de tuin werken klompen te dragen.
“Als jij ongelooflijk boos wordt wanneer men je aanspreekt op woordgebruik of gedrag, dan leeft deze werkelijkheid misschien onbewust ook wel in jou…“
Ja, misschien wel. Maar misschien ook niet. En als je zo’n zeurende jankneger en beroepsslachtoffer heel hartelijk uitlacht en met geen mogelijkheid serieus kunt nemen, dan niet? Of is dat dan het bewijs dat “deze werkelijkheid” niet “onbewust ook wel in jou” leeft, maar heel bewust? Het zal wel op het laatste uitdraaien, want mensen die ergens hun hobby of beroep van hebben gemaakt, zijn meestal de laatsten om in te zien dat ze dat beter niet hadden kunnen doen en voor het zover is, verspillen ze er graag zo veel mogelijk tijd en energie aan. En nou weten we nog steeds niet waar die racismekramp precies zit.
27-05-2015 20.55 | Door: Cpt. Iglo | Categorie: Gekte en oplichterij, Geschiedenis, Loggers gelogd, Politiek, Taal, Televisie, Twitter, Voetbal, Wetenschap